Wilde Weelde Stad, je tweede natuur

Floriade Expo 2022
Foto’s: Gerben Welles

Als je goed kijkt is er in een stedelijke omgeving ontzettend veel natuur te vinden. Op het eiland Utopia, tegenover de skyline van Almere, hebben we een nieuwe stad gecreëerd. De stad is een bijzonder ecosysteem; dynamisch en complex met hittestress, wateroverlast en achteruitgang van biodiversiteit. Er is van alles te leren over bodemleven, voedselkringlopen en wateropslag met behulp van planten.
De kracht van de stad is dat er legio mogelijkheden zijn om de natuur een handje te helpen.

Het ontwerp is tot stand gebracht door het ontwerpteam dat bestaat uit Emiel Versluis (Vis à Vis Ontwerpers), Ivo de Vries (Gardening Angels) en Huub Zoontjes (hzoontjes, bureau voor tuin & landschap)
Een snelle kennismaking met de hoofdontwerper, Emiel Versluis.

Geboren op eerste paasdag

Burgelijke staat Getrouwd

Woont in de oude vesting Woudrichem met een kleine stadstuin, groene daken en in het buitengebied nog een poldertuin.

Opleiding Leuke Lagere Agrarische School, verkorte opleiding Middelbare Tuinbouwschool; hoveniersopleiding en daarna extra lang Kunstacademie; Architectonische Vormgeving

Eerste baan Al tijdens de kunstacademie begonnen met ons ontwerpbureau en nu inmiddels al 28 jaar onderweg.

Sport Sinds 5 jaar sloeproeien, en fanatiek. 2 jaar geleden tussen de Corona lockdowns de Elfstedentocht geroeid in 33 uur.

Vervoersmiddelen Fiets en Suzuki Jimny (ons werkpaard in de poldertuin)

Boek Laatste boek waar ik tijd voor had: De Tovenaar en de Profeet van Charles C Mann, en gaat over 2 mannen die vanuit de wetenschap en technische kennis en anderzijds vanuit het belang voor behoud van de natuur oplossingen zochten voor de problematiek waar we

heden ten dage op het gebied van klimaatverandering en voedselvoorziening mee te maken hebben. En dat al voorzagen voor de tweede wereldoorlog. 

Film Seaspiracy; documentaire over een klimaatramp die zich voltrekt waar we nauwelijks weet van hebben. Als het wat luchtiger mag zijn; serie The New Pope (Netflix)

Muziek geen echte voorkeur, klassiek of pop. Laatste wat ik regelmatig hard kan zetten is Beirut van Ibrahim Maalouf

Onmisbaar vrijheid van creativiteit; met creativiteit vind je overal een oplossing voor.

En natuurlijk het oplaadsnoer voor mijn mobieltje😬

Ontwerp in vogelperspectief

Wilde Weelde Stad, je tweede natuur

Het hoofdontwerp is een grote cirkel met daarbinnen een spiraalvorm. De cirkel en spiraal staan voor natuurlijke kringloop en perfectie. Om die te bereiken formuleert Wilde Weelde 7 uitgangspunten die we uitdragen als ondernemers, ontwerpers, kwekers, hoveniers: de bodem is de basis, planten maken de tuin, we stimuleren biodiversiteit, werken gifvrij, klimaatbestendig en duurzaam en hergebruiken zo veel mogelijk materialen.

Omzoomd door een levende stadsmuur omarmen we een plek waar we mens en natuur samen laten komen. Vanaf het wandelpad wordt je blik getrokken naar een imposante ronde gevel, de stadsmuur. Opgebouwd uit aanwezige boomstammen gecombineerd met betonnen duiker- en rioolbuis-elementen. Elementen die je ook in de stad tegenkomt en die we als vensters in de stadsmuur tot leven laten komen. De muur zit vol nestelplekken voor vogels. Gevelgroen zoals klimplanten en muurbloempjes (e.a.) vergroenen de stadsmuur.

Het begin van de spiraal staat voor de bodem. De bodem is de basis, het begin van alle leven. Hier kun je de bodem bestuderen; een composthoop, wormenhotel of gewoon een opgelichte stoeptegel; de bodem als basis. Alles wat onder en boven de grond leeft vormt bij elkaar het fundament van de groene stad.

Het plan is opgebouwd uit hergebruikte materialen. Almere is in de jaren 60 -70 ontstaan, toen de 40/60cm betontegel in zwang was. De spiraal wordt dan ook opgebouwd uit deze 40/60cm betontegel.

Voedselbank

Aan een andere zijde hebben we een voedselbank bedacht. Het begrip voedselbank heeft misschien een negatieve klank. Wij laten zien hoe rijk het kan zijn om eten in je eigen omgeving te verbouwen. De voedselbank wordt gevoed door waterspuwers in de stadsmuur. Vanuit de voedselbank lopen we verder de spiraal af en komen we in het gedeelte van de groene, waterdoorlatende stoep. Een natuurlijke stoep waar overtollig regenwater gemakkelijk in weg trekt.

Iets verderop komen we bij de eik. Een eik levert een enorme bijdrage aan de biodiversiteit. Onderzoek heeft uitgewezen dat er minimaal 423 soorten organismen gebruik maken van de eik.

Lopen we verder over het pad, dat ook toegankelijk is voor bezoekers in een rolstoel, dan komen we bij een bank. Daar kun je genieten van het uitzicht op de skyline van Almere, of terugkijken op het intieme groene ‘stadsplein’. Voor de oever van het weerwater drijft een til, een kunstmatig eiland met ruimte voor het aqualeven in de stad. 

Vanaf de bank komen we in de binnencirkel, het meest groene gedeelte van de tuin. Een border met een grote diversiteit aan planten en een bloemenweide. Langs de helophytenfilter-oever loop je naar de poel, in het midden. De spiraal loopt door, de poel in. De poel is de bron van het leven en de cirkel die dit plan rond maakt.

Meer over de Wilde Weelde Stad door Emiel van Visavisontwerpers in een film van Ton Kraayenvanger

Meanwhile in de Wilde Weelde Stad

Tekst en foto’s: Dennis Meppelink van hoveniersbedrijf Meppelink

Laat me je meenemen in de Wondere Wilde Weelde tuin op de Floriade.

Bij aankomst was ik aangenaam verrast door de indrukwekkende tuin die de Wilde Weelders hebben aangelegd.

Tijdens de aanleg van deze tuin heb ik een aantal dagen meegewerkt, maar als het dan klaar is en je ziet de planten groeien, dan is dat toch nog weer heel wat anders.

In het eerste weekeind na de opening van de Floriade zijn er veel bezoekers geweest die een wandeling in onze tuin hebben gemaakt. Ik heb veel mensen gesproken die onder de indruk waren.

‘Jullie tuin is af’ of ‘Het voelt goed deze tuin’.

De bezoekers kwamen van over de hele wereld: Tsjechië, België, Duitsland, Wales en zelfs mensen uit de Verenigde Staten. Bezoekers die speciaal hebben gewacht om naar Nederland te komen om de Floriade te bezoeken.

Twee dames uit Wales hadden een grote boodschappentas met een soort kabouters bij zich. Dat waren de mascottes van een tuinbouwtentoonstelling, 30 jaar geleden in Wales. Al die mascottes gingen op de foto. Bijzonder dat mensen de moeite nemen om tassen vol met knuffels naar Nederland te slepen. Uiteraard waren er ook veel inwoners uit Almere met een jaarkaart die zeker van plan zijn om binnenkort weer een keer langs te komen.

Een van de eerste dingen die ik heb gedaan is het neerleggen van een schepnetje en een teiltje. Kinderen kunnen daarmee in de vijver op zoek gaan naar onderwaterdiertjes. Watertorretjes, watervlooien, cyclopen en kikkervisjes werden het meest gevangen. 

Niet alleen de kinderen vonden het leuk. Ook ouders en grootouders waren actief in de weer met een schepnetje.

Bezoekers maken volop foto’s en ze genieten van de zon op onze tegeltjesbank. De lepelkettingen vormen misschien wel het meest besproken onderdeel van de tuin. De lepels zijn zo verbogen dat er een ketting van is gemaakt. Er sijpelt water vanaf de waterspuwers langs de lepels naar beneden om daar in de tuin terecht te komen.

Kom langs op het Eiland Utopia op de Floriade waar naast de Wilde Weelde tuin meer groene projecten te zien zijn en laat je inspireren.

Groetjes,

Dennis Meppelink van hoveniersbedrijf Meppelink in Erica

Tuin de Kluit, Amsterdam Oost, voormalige parkeerplaats

Tekst: Hanneke van Marseille – Tuinen van Marseille

Toen de vraag kwam of ik een tuin wilde toelichten voor de Wilde Weelde- nieuwsbrief moest ik meteen aan deze tuin denken. Vooral omdat ik hoop dat deze opdracht hét voorbeeld is van hoe een bedrijventerrein met te veel bestrating, kan veranderen in een bedrijfstuin. Alle lof dus voor de opdrachtgevers!

Caroline Pluvier vroeg mij dit ontwerp over te nemen van. Zij is ook Wilde Weelde lid.

Het is altijd spannend een opdracht van iemand over te nemen. Ik durfde het aan omdat het een heel leuke opdracht is. Deze voormalige parkeerplaats van een kunstenaarscollectief ligt midden in een gebied met bedrijven met uitsluitend volledig dicht bestrate ‘voortuinen’.

De eigenaren besloten dat het terrein volledig tuin moest worden. De metro stopt 200 meter verder en  Amsterdam is op fietsafstand. Een deel van de bestrating moest blijven in verband met levering van materialen, vervoer van kunstwerken etc. Er hoefden nog maar 2 auto’s geparkeerd te kunnen worden.

Er moest wel ruimte blijven voor samenkomsten. Bij dit kunstenaarscollectief werken meerdere mensen en dat betekent dat af en toe veel personen tegelijkertijd gebruik maken van de buitenruimte.

Om het zo groen mogelijk te maken moesten we de hoogte in. Hoog genoeg voor levering met een vrachtwagen. Dat hebben we gerealiseerd door een grote pergola te bouwen die we naar de zijkant doorgebouwd hebben om de naast gelegen hoge gebouwen aan het zicht te onttrekken. Tegen deze pergola groeien klimplanten; Lonicera, Wisteria, Clematis etc. Door deze weelderig begroeide overspanningen is het terras ook meer omsloten. Het terras heb ik omrand met verhoogde plantenbakken van oude, gebroken trottoirtegels en gestapelde onbehandelde eikenhouten bielzen. Op de bielzenrand kunnen mensen zitten. Zodoende zijn er altijd voldoende zitplaatsen en hoeft er niet gesleept te worden met tafels en stoelen als er iets te vieren valt.

Achter de verhoogde borders heb ik gekozen voor deels inheemse beplanting, dáár mag het allemaal verwilderen. De lelijke hekken die rondom de hele tuin staan hebben we bekleed met schapenhek en de klimplanten zullen deze omheining met groen bedekken.

De verhoogde plantenbakken zijn gevuld met kruiden, bollen, diverse soorten vaste planten en drinkbakken voor vogels. Deze worden dagelijks gevuld.

De entree wordt omsloten door twee borders aan weerszijde van de inrit en links staat een flinke compostbak. Takkenrillen functioneren als afscheiding tussen de twee overgebleven parkeerplaatsen en de borders. De gevels laten we begroeien met Parthenocissus en een druif.

In de loop van de tijd valt er nog meer te verbeteren. Zo hebben we de regenpijpen niet afgekoppeld. Maar dat gaat alsnog gebeuren.

De foto’s zijn gemaakt vlak na de aanleg. De tuin ontwikkelt zich voorspoedig.

Natuurinclusief bouwen, modegril of overlevingsstrategie?

Tekst: Luci van Engelen

Wij zijn ons er vaak niet van bewust dat er zo dicht bij huis zoveel natuur aanwezig is.

Ik was eens op zoek naar gierzwaluwnesten in mijn buurt en zocht naar de vliegroutes van gierzwaluwen. Als ik een invliegopening in een gevel gevonden had en bleef staan om te wachten tot ik een gierzwaluw zag in- of uitvliegen, zag ik de bewoners verwonderd kijken naar wat ik aan het doen was. Ze wisten niet dat er een nest in hun gevel zat.

Zelfs bij de aanwezigheid van huismussen zie ik dat mensen geen idee hebben wat zich onder hun dakpannen afspeelt. Ze merken pas dat er iets is veranderd, als de huismussen niet meer in hun tuin rondvliegen. Dat kan zijn na een renovatie, waardoor de toegang tot de nestopeningen is geblokkeerd of na een rigoureuze kap- of snoeibeurt, waardoor de habitat van de huismus is verdwenen.

Heb jij je weleens afgevraagd waar toch die vleermuizen vandaan komen, die in de schemering rond jouw huis vliegen? Bijna niemand weet dat ze in de spouwen van huizen wonen en nestelen.

Nu de natuur onder druk staat en Nederland voor een enorme bouw- en verduurzamingsgolf staat, is het tijd om de alarmbel te luiden.

Want willen we steden leefbaar houden dan moeten we de natuur versterken, ook in én om onze huizen en gebouwen. Laten we geen wijk meer bouwen zonder extra groen. Geen huis of gebouw meer zonder voorzieningen voor vogels en vleermuizen. Want door natuurinclusief bouwen en renoveren zijn we beter bestand tegen de effecten van klimaatverandering én dragen we direct bij aan de biodiversiteit.

Als particulier kun je met kleine aanpassingen aan je huis, dieren een plek geven. Dat hoeft niet altijd een nestkast te zijn. Beschouw je huis als een rots, een natuurlijke habitat voor dieren. Je kunt een dakpan omhoog leggen zodat vogels eronder kunnen. Je kunt groen aanplanten. Of als je een dakrand moet plaatsen, een spleetje openlaten zodat er een vleermuis achter kan. Het hoeft niet ingewikkeld te zijn.

Onze gebouwde omgeving wordt zo een plek waar we de ruimte delen met vogels, insecten en wilde planten. Dat is niet alleen goed voor de natuur, maar ook voor onze eigen gezondheid en welzijn.

Vogelbescherming Nederland roept in de ‘Petitie Natuurinclusief Bouwen’ op om de volgende maatregelen te verankeren in de nieuwe omgevingswet:

1. Natuur in de woning: in elke woning komt nestgelegenheid voor gebouwafhankelijke soorten zoals huismus, gierzwaluw en vleermuizen.

2. Natuur op de woning: alle platte daken worden dubbel gebruikt. In ieder geval voor zonnepanelen en/of vegetatie.

3. Natuur in de buurt: elke woning heeft uitzicht op natuurlijk groen. De openbare ruimte dient voor minimaal 30% uit groen te bestaan en er moet op wandelafstand toegang zijn tot openbaar groen.

Goed stedelijk groen zorgt voor verkoeling in de zomerhitte, zuivert de lucht en biedt volop ruimte aan mede-stadsbewoners, zoals huismus, gierzwaluw, merel of gewone dwergvleermuis.

Door de huidige crisis die we doormaken zie ik dat mensen steeds vaker erkennen dat natuur niet alleen belangrijk is voor planten en dieren, maar ook voor onze eigen gezondheid en geestelijk welzijn. Natuur is de plek om tot rust te komen, waar koelte gevonden wordt. Het zou mooi zijn als dat bewustzijn groeit.

Kijk voor inspiratie en oplossingen op bouwnatuurinclusief.nl

Tekst: Luci van Engelen van Engelen Bloemenweiden

Favoriete plant van Jasper Helmantel

Tekst: Jasper Helmantel – cruydthoeck

Mijn favoriete plant is zonder twijfel het Sneeuwklokje (Galanthus nivalis). Inderdaad, geen inheemse wilde plant. Mensen die mij niet zo goed kennen denken vaak dat ik alleen maar interesse heb in wilde planten en zeggen verontschuldigend: ‘Sorry Jasper dat we het over tuinplanten hebben’.
Mensen die mij beter kennen weten dat ik een onverbeterlijke plantenfanaat ben. Als er blaadjes en worteltjes aan zitten, ik vind ze allemaal leuk. Misschien is het als tegenhanger van mijn dagelijkse werk met wilde planten dat ik als liefhebberij juist allerlei exoten verzamel.

Zo heb ik een bescheiden collectie Pelargoniums, Begonia’s, Dahlia’s, succulenten, palmen en nog meer niet winterharde kuipplanten. Daarnaast ben ik dol op het kweken van groenten en in de tuin rond ons huis staan vooral borderplanten en geurende rozen, hoe gevulder, hoe liever. Ik val door de mand, want eigenlijk behoor ik ecologisch correct enkelbloemigen te promoten, waar bijen en vlinders mee uit de voeten kunnen. Beschouw dit dan maar als mijn ‘guilty pleasure’.

Jasper met zijn favoriete plant – Foto gemaakt door Carien van Boxtel

Maar goed, terug naar de niet inheemse sneeuwklokjes. Net als veel andere verwilderingsbollen zoals de Boerenkrokus en de Winterakoniet behoren ze tot de stinzenplanten. Deze groeiden al in de tuin van mijn ouderlijk huis. Ik denk dat het Sneeuwklokje een van de eerste bloemen is waar ik een herinnering aan heb. Maar dat kan ook komen door de onderstaande foto waarop ik samen met mijn oudere broer Arjan (rechts) sneeuwklokjes aan het plukken ben. Ik pleit er dikwijls voor dat we juist de kinderen in aanraking moeten brengen met natuur: ‘groene prikkels’ zogezegd, zodat ze daarvan gaan houden en er goed voor gaan zorgen. Jullie weten wat mijn vak geworden is, maar broer Arjan is in de autotechniek terechtgekomen. Het kan verkeren.

Ondertussen heb ik een bescheiden collectie van zo’n 50-60 verschillende sneeuwklokjes verzameld in mijn tuin en durf ik mij gerust een Galanthofiel te noemen. Door de jaren heen ben ik zes keer mee geweest op Sneeuwklokjesreis naar Engeland onder leiding van Sneeuwklokjesschrijfster Hanneke van Dijk. Op deze reizen bezochten we gala’s en bekeken we collecties van soms wel een paar duizend verschillende cultivars. Andere keren bezochten we landgoederen met hele valleien vol Sneeuwklokjes. Allemaal even fascinerend. Sommige Sneeuwklokjes wisselen voor honderden ponden van eigenaar. Zelf geef ik de voorkeur aan de meer betaalbare sneeuwklokjes die het gewoon goed doen en waar je na een paar jaar een mooi polletje van hebt. Daar wordt een mens vrolijk van. Het meenemen van sneeuwklokjes op reis is ook altijd een mooi avontuur. Op de hotelkamer kloppen we de grond van de plantjes en verpakken ze keurig met een klein beetje grond en het label in een plastic zakje. Zo kun je in een ruime lunchtrommel al snel 15-20 nieuwe sneeuwklokjes mee terug naar huis nemen.

Jasper Helmantel – Voorzitter Wilde Weelde – Kweker bij Cruydt-Hoeck

Met een omweg terug in de tuinen

Tekst en foto’s: Pieter Jansma – Studio Habitats

Opgroeiend in een tuinbedrijf in een boerendorp was ik veel buiten te vinden. Ik maakte tuinen met mijn vader en hield ‘expedities’ door bos, weiland en moeras. Mijn wereld bestond uit bomen, planten, zand, steen en water en alle gereedschappen die je daarbij kon gebruiken.

Hoewel ik in een hoveniersbedrijf ben opgegroeid, had ik lange tijd niet echt de behoefte om daar mijn werk van te maken, laat staan het bedrijf over te nemen. De wereld had immers nog zoveel anders te bieden. Desalniettemin was deze achtergrond wel ideaal om in vakanties snel een leuk baantje te hebben, zeker nadat ik ook een opleiding bos- en natuurbeheer had gedaan. Zo kwam ik bij uiteenlopende hoveniersbedrijven terecht en pikte ik overal wat mee. Uiteindelijk ging ik Chinees studeren; ik wilde de wereld vanuit een andere cultuur leren kennen. Die vanzelfsprekende verbinding met landschap en tuinen bleek toen helemaal niet zo normaal. Daar kwam ik achter toen een studiegenoot mij eens belde met de vraag hoe ze een conifeer moest planten. Ik was tamelijk geschokt, maar het zette me ook aan het denken.

Binnen mijn studie hield ik me veel bezig met Chinese filosofie en de relatie tussen mens en natuur. En waar komt dat nou mooier tot uiting dan in de tuin?

Rotspartij in ‘The Surging Waves Pavilion’ in Suzhou, China. De basis van deze tuin stamt uit 1044, maar de tuin is later enkele keren gerestaureerd

Veel Chinese tuinen zijn namelijk representaties van de wilde natuur. Dat verklaart ook de vele rots- en waterpartijen die er in te vinden zijn. De tuinen zijn als het ware verkleinde versies van de echte natuur; althans qua beeld, want de ecologische waarde is vaak wel beperkt. In de meeste Chinese tuinen is ook veel ruimte voor de mensen gereserveerd. Dat zie je terug in de vele gebouwen. Op zich is dat ook logisch, de tuin was het centrum van veel sociale activiteiten; schilderen, thee drinken, theater en spelletjes spelen, het schrijven van poëzie en drinkgelagen. De tuin was een plek waar je de drukte van de stad buiten de tuinmuren liet en waar je je in de bergen kon wanen.

Gathering at the Orchard Pavilion, een schilderij uit 1483 van een evenement uit de vierde eeuw na Christus. Dit is een scene met een drinkspel waarbij kopjes rijstwijn op een blad in de waterloop langsdrijven, als een kopje stopt moet de dichtstbijzijnde persoon die leegdrinken en een gedicht schrijven

Eén vraag hield me tijdens mijn studie steeds bezig: wat waren nou eigenlijk de verschillen en overeenkomsten tussen Chinese en Japanse tuinen? Japanse tuinen zijn namelijk grotendeels beïnvloed door Chinese tuinen, maar hebben zich uiteindelijk heel anders doorontwikkeld. Van de Chinese en Japanse tuinen die ik de afgelopen jaren met mijn (Japanse) vrouw heb bezocht, heb ik veel geleerd qua technieken en ontwerp. Inmiddels heb ik ook steeds meer overzicht in de tuinontwikkelingen in China en Japan, de vraag blijft me fascineren.

Tenryu Ji, Kyoto, Japan. Dit is een tuin van rond 1340, de tuin is gebaseerd op Chinese technieken

Toen ik het bedrijf van mijn ouders overnam had ik een redelijk duidelijk beeld van hoe ik tuinen wilde maken. Het vergroten van de ecologische waarde was de basis, maar qua ontwerp wilde ik ook graag de benaderingen uit China en Japan in de praktijk brengen. Op ons terrein heb ik nu een ontwerpstudio en mijn vrouw een Japanse acupunctuurpraktijk. Langzamerhand creëren we hier een natuurrijke, zelfvoorzienende plek waar wij en onze klanten de tuin kunnen ervaren, met een knipoog naar het oosten.

Pieter Jansma – Studio Habitats

Energetische tuinen

Tekst en foto’s: Yvonne Bruijning

Wat is een energetische tuin
Het is mijn passie om natuurlijke, energetische tuinen te ontwerpen en te realiseren, waarin de gebruikers van deze tuinen zich makkelijker kunnen ontspannen en in balans kunnen komen. Een energetische tuin is een tuin waarin, door de juiste afstemming van wensen en een bewuste materiaalkeuze, een harmonie ontstaat die zo sterk is dat verstorende elementen van buitenaf worden tegengehouden.

Alles is energie
Mensen, dieren, planten en materialen hebben allemaal een eigen energie, een unieke trilling. Elke plant is anders zoals ook ieder mens anders is. Aangezien alles energie is, kan alles onze innerlijke harmonie versterken of verstoren.

Op sommige plekken zijn we op ons gemak, die geven ons energie. Op andere plekken hebben we juist een onrustig, gejaagd of gespannen gevoel, die plekken kosten ons energie. Het is vaak niet duidelijk waardoor dat komt, maar de omgeving is daar niet in balans.

Storende elementen
Omgevingsgeluid van snelwegen en buren kunnen als storend ervaren worden. Maar ook aardstralen (dit zijn elektromagnetische golven in de bodem) en wateraders (dit zijn ondergrondse waterstromen) kunnen als belastend ervaren worden. Als deze samenkomen kan de storing groot zijn. Daarom plaats je rust- en zitplaatsen niet op zulke lijnen.

Er zijn ook mensen die in meer of mindere mate last hebben van elektrosmog (dit zijn elektrische en/of magnetische spanningsvelden) en slapen hierdoor slecht of onderbroken. Vaak kunnen met eenvoudige middelen al veel problemen voorkomen worden, bijvoorbeeld door het verplaatsen van een zitplek of het gebruik van afschermende materialen en planten.

Een tuin die goed voelt
Een energetische tuin is een tuin met een goede energiebalans waardoor je jezelf echt goed voelt. Alle aanwezige energiestromen zijn dan volledig in balans, zowel de storende als de natuurlijke.

Om dit te bereiken wordt er gewerkt met allerlei technieken en materialen die positief op elkaar inwerken. Mens, dier en plant worden met elkaar in evenwicht gebracht volgens oeroude principes als de Gulden Snede, Yin en Yang en de kracht van vormen. De juiste vormen, materialen, kleuren en planten worden op de juiste plaats in de tuin toegepast.

Daarmee worden negatieve invloeden als elektrosmog teruggedrongen en wordt harmonie gecreëerd. Dat is de kern van een energetische tuin, die zorgt voor balans tussen alle aanwezige energieën. Je ervaart rust in de tuin en kan er weer helemaal opladen.

Thuis is dan de plek om nieuwe, positieve energie op te doen. Niet alleen binnen, maar ook buiten. In je eigen groene omgeving: je tuin of je balkon. En dat is precies wat klanten mij teruggeven, dat ze zich nu prettig en ontspannen voelen in hun tuin, en sommigen ervaren ook dat die lichter aanvoelt.

FeelGood Garden
FeelGood Gardens zijn energetische tuinen. Tuinen die Verbinden heeft een licentie om FeelGood Gardens te ontwerpen. Dit concept pas ik ook toe op interieurs en gebouwen. In samenwerking met Bouwkundig Bureau Cladder hebben we drie energetische woningen ontworpen. Inmiddels is een van deze huizen gerealiseerd.

Yvonne Bruijning – Tuinen die Verbinden

Voeding voor de bodem

Tekst en foto’s: Peter Zwager

Bemesten is alleen nodig als er een gebrek optreedt. In de natuur circuleren voedingsstoffen doordat afgestorven plantendelen in de grond worden opgenomen en beschikbaar komen aan de planten. Dit is een gesloten voedselsysteem. Tekorten treden niet zomaar op. Je ontneemt voedingstoffen aan de bodem als je gaat snoeien, oogsten en blad verwijdert. Voedselgebreken kun je verhelpen door te bemesten.

De belangrijkste voedingselementen zijn Stikstof (N), Fosfor (P), Kalium (K), Magnesium (Mg), Zwavel (S) en Calcium (Ca). Daarnaast zijn er nog sporenelementen die in zeer kleine hoeveelheden voorkomen, zoals ijzer, mangaan, koper en zink.  Elk van deze elementen heeft zijn eigen functie. Stikstof zorgt bijvoorbeeld voor groei en kalk geeft de plant zijn stevigheid. Kalk wordt als voedingsstof vaak vergeten, terwijl het een belangrijk element is. Ook zuurminnende planten hebben kalk nodig kalk kan de  zuurgraad verhogen, dus de bodem minder zuur maken, maar dan moet je wel veel en vaak kalk strooien.

Goed bemesten is een kwestie van het toepassen van de juiste verhoudingen. Er moet balans zijn in de bodem. Geef je teveel stikstof om de planten hard te laten groeien, dan verliezen ze de kwaliteiten van de overige voedingsstoffen. Ze blijven dan slap en kwetsbaar.

In de afgelopen 60 jaar is de chemische kant van voeding en bemesting gaan overheersen. Als de juiste stofjes maar toegediend worden, dan gaat de plant optimaal groeien, was de gedachte. De werking van de bodem is hierbij steeds meer op de achtergrond geraakt. Dat is jammer want een goed werkende bodem slaat voedingsstoffen op en maakt ze geleidelijk beschikbaar voor de plant. Planten groeien daardoor rustig en in evenwicht met wat de bodem te bieden heeft. Daardoor krijg je sterke planten die bestand zijn tegen ziekten en plagen.

Het bodemleven is onmisbaar bij het beschikbaar maken van voedingsstoffen voor de plant. Er is een grote biodiversiteit aan leven in de grond. Wormen, kevers, slakken, aaltjes, schimmels en bacteriën. Al deze organismen hebben elkaar nodig en voeden elkaar. In een evenwichtige, vitale bodem komen geen ziekten en plagen voor. Wortels en bodemleven hebben lucht nodig. Als er geen zuurstof is, dan is er geen bodemleven. Door het gewoel van al die organismen in de bodem en het verteren van organisch materiaal, ontstaat er vanzelf een luchtige, voedzame grond.

Door de bodem als belangrijk element steeds meer te negeren, is de kwaliteit van de bodem achteruit gegaan. Kunstmest, chemicaliën en zware betreding hebben er voor gezorgd dat er steeds minder bodemleven en steeds minder lucht en voeding in de bodem aanwezig is. Het kan vele jaren duren voordat zo’n bodem weer hersteld is.

Dat zie je bijvoorbeeld bij nieuwbouwprojecten. Tijdens de bouw wordt de grond aangereden door machines. Deze wordt vervolgens niet losgemaakt, maar afgedekt met een laagje teelaarde. Water blijft op de vaste onderlaag staan. De planten kunnen met hun wortels niet door de harde onderlaag heen komen, met allerlei ziekteverschijnselen tot gevolg.

Om die bodem te verbeteren moet je hem eenmalig goed doorspitten en afstrooien met een laag compost. Strooi biobodem (schimmels en bacteriën in korrelvorm), wormen en, afhankelijk van de grondsoort, een bodemverbeteraar. Werk die licht door de bovenlaag, dat wil zeggen, niet dieper dan 15 of 20 cm. Er zijn verschillende bodemverbeteraars beschikbaar: voor de kleigrond is er gesteentemeel, basaltmeel of lavameel, voor zandgrond gebruik je bentoniet.

Elke bodem is weer vruchtbaar en vitaal te krijgen, hoe slecht deze er ook aan toe is. Blijf de bodem vervolgens voeden met organisch materiaal, laat blad en tuinafval zoveel mogelijk liggen of gebruik compost.  Zet het bodemleven weer aan het werk.

Peter Zwager – Peter Zwager hovenier

De favoriete plant van Jeroen Aaldering

Tekst: Jeroen Aaldering

Mijn favoriete plant is de dropplant – Agastache ‘Blue Fortune’. Waarom ik voor de dropplant kies? De dropplant ruikt heerlijk zoet, anijsachtig en een vleugje drop. Wist je dat de plant zelfs eetbaar is? Daarnaast trekt de dropplant bijen en vlinders aan.

Ik ben opgegroeid op onze kwekerij in het buitengebied van Zelhem. Toen ik klein was en mijn moeder zocht op de kwekerij, liep ik vaak even langs de dropplant. Nu, jaren later werk ik er zelf, al weer drie jaar inmiddels, en geniet ik nog steeds van de heerlijke geur van de dropplant.
Natuurlijk is de dropplant niet de enige plant die heerlijk geurt.  Er zijn nog vele andere soorten zoals de citroenverbena (Lippia citriodora) of de bergamotplant (Monarda ‘Bee Happy’).

Op onze kwekerij worden zo’n 700 tot 800 verschillende vaste planten gekweekt. De planten worden allemaal van eigen kweekgoed opgekweekt.

Onze specialiteit is de elfenbloem – Epimedium. Elfenbloem is een zeer onderhoudsvriendelijke en daardoor duurzame vaste plant voor een standplaats in de (half-)schaduw.

Vroeger had ik weinig of geen oog voor alles wat er op de kwekerij plaats vond. Als je mij vroeg wat ik later zou willen worden? Dan was het snelle antwoord politieagent of gymleraar. Ik had nooit bedacht om plantenkweker te worden. Ik was altijd aan het sporten. Eerst voetballen en later kwam ik in aanraking met Survivalrun. Toen ik mijn opleiding Sport, Gezondheid en Management had afgerond wist ik niet of ik het werk binnen de sport nog wel zag zitten.

Ik besloot om mijn ouders op de kwekerij te gaan helpen, een gouden zet! Mijn idee was een half jaar te gaan helpen, echter naar mate ik meer betrokken werd binnen het bedrijf begon ik het steeds leuker te vinden. Ik krijg de ruimte om mee te denken en ontdek elke dag nieuwe dingen. Een ontzettend mooi leerproces!

Mijn moeder is de kwekerij is in 1988 gestart, altijd op biologische wijze, het is toch oneerlijk om de natuur kwaad te doen?! Onze kwekerij is ruim 15 jaar SKAL gecertificeerd. Meer dan 20 jaar wordt er op de kwekerij een plek geboden voor dagbesteding. Wij proberen deelnemers een zinvolle dagbesteding te bieden door deelnemers bij de dagelijkse werkzaamheden te betrekken. Denk bijvoorbeeld aan het stekken, scheuren en zaaien van planten. Daarnaast helpen deelnemers bij het onderhoud op de kwekerij.

Wij verkopen onze planten aan de (reguliere) groothandel en op vrijdag en zaterdag aan particulieren. Onze planten zijn te koop op de biologische markt in Amsterdam en via de biologische webshop Sprinklr. Uiteindelijk willen wij zelf ook een webwinkel ontwikkelen. Al gaat er niets boven de beleving van een bezoek aan onze kwekerij. Je kunt namelijk naast onze verkoophoek ook onze volwassen planten op de moederbedden komen bekijken. 

Jeroen Aaldering www.aaldering-destek.nl

In stappen van betonplaat naar groene speeloase

Tekst: Ron van de Straat van Tuynplan

Toen ik afgelopen voorjaar bij dit schoolplein betrokken raakte afgelopen waren er al de nodige stappen naar vergroening en meer speelplezier voor de kinderen gezet. In de haast om de subsidietermijn te halen was echter onvoldoende aandacht geschonken aan een grondige analyse van het plein.

In de praktijk bleek de groene speelheuvel een daverend succes. Helaas was binnen de kortste keren de heuvel letterlijk kapot gespeeld omdat het de énige vergroende speelplek was. In een hoek van het plein was weliswaar een gemengde border gerealiseerd, maar daar konden de kinderen niets mee. Er ligt een trapveldje naast en een houten hek moet voorkomen dat kinderen in de border verder voetballen. Feitelijk is hier speelruimte ingepikt van de kinderen. Dat werkt dus niet.

Bij de kleuters is een veel te kleine ronde zandbak met een te klein schaduwdoek gerealiseerd; geen prettige ruimte om te spelen. Verder ontbeert het plein samenhang,  richting en een aantal beschutte zitplekken.

Daar mocht ik mee aan de slag waarbij ik de volgende 4 uitgangspunten heb geformuleerd:

  • Zo veel mogelijk hergebruik van middelen en materialen
  • Aanleg, gebruik en onderhoud samen met ouders, leerkrachten en leerlingen
  • Aanpassingen moeten de speelwaarde verhogen, de onderwijsmogelijkheden verruimen en het besef van en respect voor de natuur waar wij deel van uitmaken, vergroten.
  • Het plein moet in zijn geheel benut kunnen worden

De aanpassingen die ik in het ontwerp heb voorgesteld zijn inmiddels door directie, leerkrachten en ouders omarmd en gaan hopelijk vanaf dit najaar gerealiseerd worden.
Wat er dan aangepast is?

Bij de kleuters is de zandbak uitgebreid door simpelweg een 40tal tegels te wippen. Met die tegels worden een speeltafel en 2 zitbanken gemaakt. De zandbak wordt afgeschermd met een halfronde wilgen vlechthaag. Hierdoor ontstaat er als vanzelf een beschutte speelplek die ook nog eens extra schaduw geeft. Het hek geeft richting aan het plein. Kinderen zullen er als vanzelf omheen gaan fietsen.

De border aan de andere kant van het plein wordt opengegooid. Het huidige houten hekwerk wordt deels vervangen door een eveneens halfronde vlechthaag die het midden van de border afschermt. De zijkanten komen vrij en doen dienst als toegang tot de border. Er wordt een pad van natuurlijk materiaal dwars door de border aangelegd. De entrees bestaan uit doorgangen van wilgentenen. In de border zelf worden een bijenhotel en wat bessenstruiken gezet. Een stukje ‘bloemenweide’ en een klein moestuintje maken het plaatje compleet. Door deze ingrepen ontstaat een avontuurlijke, toegankelijke en onderwijs-ondersteunende omgeving.

Al deze aanpassingen gaan ook de druk die er nu op de speelheuvel ligt verminderen. Komt die ook beter tot zijn recht!

Met groene speelgroet
Ron van de Straat (Tuynplan)