De 19e eeuw wordt in Engeland de Victoriaanse tijd genoemd, naar de regeerperiode van koningin Victoria. In die tijd werd het burgerleven bepaald door regels van de gegoede burgerij: vroomheid, ingetogenheid en vooral uitingen van seksualiteit waren taboe. Voor vrouwen en mannen golden volstrekt verschillende normen. Vrouwen volgden geen opleiding en het was Darwin die schreef dat vrouwen ‘een cel misten in hun hoofd maar een vezel extra hadden in hun hart’.
Toch waren het de kinderen van Darwin, dochters en zonen, die als kleine onderzoekers bloemetjes bestudeerden in de tuin van hun villa Down House. Ze liepen ieder voorjaar over The Orchis Bank, een kalkgraslandje, met een kwastje in de hand om bijen te markeren zodat ze de vliegroutes van de bij konden volgen en daarover aantekeningen konden maken. Zo ontdekten ze de bloemtrouw van bijen.
De meisjes waren een enorme hulp voor Darwin en hij noemde ze dan ook regelmatig zijn Engelen. Dit boek beschrijft veel over het gezinsleven van de grote onderzoeker maar de naam van het boek heeft betrekking op tien vrouwelijke onderzoekers die met Darwin hebben gecorrespondeerd.
Norbert Peeters en Tessa van Dijk hebben met dit boek vrouwen willen eren die in de Victoriaanse tijd erin slaagden om zonder wetenschappelijke opleiding maar met veel doorzettingsvermogen en intelligentie, onderzoek te doen, wetenschappelijke artikelen te schrijven, te corresponderen en zelfs samen te werken met mannelijke wetenschappers.
Deze vrouwen waren feministen avant la lettre en gefascineerd door Darwins boek The Origin of Species, dat in 1859 was verschenen. Darwin heeft in dat boek zijn theorie over het ontstaan van soorten beschreven en schrijft daarmee ook over de seksuele selectie tussen organismen.
Het boek kreeg een storm aan kritiek maar het inspireerde vrouwen zoals bijvoorbeeld Lydia Ernestine Becker, een gedreven amateur-botanica, om erkenning te krijgen als wetenschapper en om actief te worden in de vrouwenbeweging. Ze richtte de Manchester Ladies Literary Society op en vergeleek de huiswetenschap van Darwin met het gedwongen binnenshuis leven van vrouwen. ‘Als Darwin thuis wetenschap kan bedrijven dan kunnen vrouwen dat ook’, was haar stelling.
De tien verhalen geven een mooi inkijkje in het leven in de Victoriaanse tijd en in het ongelofelijke vermogen van deze vouwen om zich los te maken van de strakke leefregels. Zo trok Marianne North met haar penseel en schilderdoek door de wereld en schilderde ze op Madagaskar en op de Seychellen de planten buiten in hun natuurlijke biotoop. En Arabella Burton Buckley kreeg het voor elkaar om secretaresse te worden van de beroemde geoloog Charles Lyell. Deze organiseerde ontbijtjes waar Darwin wel eens aan meedeed, sessies waarin de laatste ontdekkingen van de natuurwetenschap de revue passeerden. Zo kwam zij in contact met Darwin en ze stuurde hem haar eerste boek op, The short history of natural Science. Darwin was heel lovend over het boek.
Het is echt geweldig om te lezen dat er in de 19e eeuw zoveel ontdekkingen gedaan zijn in de natuurwetenschap en dat vrouwen uit die tijd tegen de burgerlijke stroom in onderzoeker werden. Ik heb genoten van dit boek.
Darwins engelen, Vrouwelijke geleerden in de tijd van Charles Darwin.
Samengesteld door Norbert Peeters en Tessa van Dijk.
ISBN 9789045037592
Gerdien Griffioen (Gerdien Griffioen Tuinadvies)