In de kamperfoelie-familie heb je een paar heel mooie soorten die vaak door elkaar worden gehaald: Beemdkroon, Duifkruid en Blauwe knoop.
Hoewel het aparte families zijn lijken ze toch heel erg op elkaar. Het zijn alle drie insectenmagneten. Op de bloemen komen veel bestuivers af maar het zijn ook belangrijke waardplanten.
Beemdkroon, Duifkruid en Blauwe knoop zijn geen van drieën algemeen te noemen, eerder zeldzaam. Dat komt doordat er steeds minder typische groeiplaatsen voor deze soorten zijn, en doordat ze geen van allen tegen vermesting van de omgeving kunnen.
Beemdkroon – Knautia arvensis
Dit is volgens mij de algemeenste van de drie. Deze plant komt nog op dijken en schrale graslanden voor. Het is ook de makkelijkste tuinplant. Hij doet het in de zon en de lichte schaduw en is redelijk bodemvaag; neutraal dus. Beemdkroon is vooral te herkennen aan de harige bloemsteel en het wat grove, ingesneden blad. De bloemkleur is licht lila, heel soms wat lichter of donkerder.
De donker paarsrode vorm is een Oost-Europese soort. Ik vind die persoonlijk niet mooi, maar hij is volop in de tuincentra verkrijgbaar. In Europa komen ook wat meer soorten voor, zoals de Bergknautia.
Duifkruid – Scabiosa columbaria
Deze plant heeft dezelfde kleur bloem als de Beemdkroon, maar is herkenbaar aan de vrijwel haarloze bloemsteel en de zwarte kelknaalden. Als je goed kijkt dan zie je die in het bloemhoofdje zitten. Ze zijn goed zichtbaar als de bloem is uitgebloeid. Duifkruid is wat kritischer op zijn omgeving dan Beemdkroon – Duifkruid wil graag een meer basenrijke omgeving, hoewel hij het in tuinen ook best goed doet. Bij ons komt deze plant vooral voor op wat droge kalkrijkere grond in de zon. Hij is veel zeldzamer dan Beemdkroon.
In Midden-Europa heb je ook het Geel duifkruid, dat er vrijwel identiek uitziet maar heel lichtgele bloemen heeft. Deze soort vind je in ons land niet in het wild.
Blauwe knoop – Succisa pratensis
Een typische soort van blauwgraslanden; blauw in de betekenis van “slecht”. Slechte graslanden dus, die moeilijker te bewerken zijn en weinig opbrengst geven. Nattige, wat zure graslanden in onze veenweidegebieden bijvoorbeeld. Ze kunnen ook best droger staan en wat neutralere grond verdragen maar staan het liefst dus op wat zuurdere gronden. Deze plant is goed herkenbaar aan de dopvormige bloeiwijze; een knoop.
Beemdkroon en Duifkruid hebben allebei een vlakkere bloemkroon. Het blad van Blauwe knoop is wat ronder en groener en niet heel diep ingesneden – iets wat de andere twee wel hebben. Blauwe knoop bloeit wat later dan Beemdkroon en Duifkruid, die beide in mei al beginnen. Blauwe knoop pas in juli of augustus. Ze kunnen alle drie wel lang doorbloeien, zeker als je de uitgebloeide bloemen eruit haalt.
Tekst en foto’s: Martin Stevens, Wolverlei
Het verbaast mij iedere keer weer om te horen dat de blauwe knoop zeldzaam is en op de rode lijst staat. In mijn achtertuin en moestuin komen ze massaal op, liefst op de rand van het grindpad en de border en ieder jaar haal ik tientallen plantjes weg om het pad begaanbaar te houden. De liefhebbers in mijn omgeving zorgen voor de verspreiding.