Zaden voor de toekomst

Op het slotsymposium van het project Planten voor de Toekomst van de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen (NVBT) dat 25 november j.l. plaatsvond, zijn veel mensen afgekomen; allen met liefde voor planten. We zitten in een collegezaal in het Linnaeusgebouw van de Universiteit van Nijmegen.

Het project van de NVBT dat vier jaar geleden gestart is loopt nu ten einde. Medewerkers van Botanische tuinen hebben gedurende vier jaar met elkaar samengewerkt en hebben een prachtige digitale database aangelegd van planten die in de botanische tuinen voorkomen. Ook is er een app ontwikkeld waarmee je in een botanische tuin kunt ’chatten’ met de plant waar je langsloopt.

Vandaag staan de zaden centraal. Zaden die de toekomst maken want zonder zaden kunnen we de diversiteit aan planten niet behouden en vergroten. Zaden komen van over de hele wereld. Ze worden onder andere geïmporteerd voor de landbouw, vogelvoer en voor (helaas) exotische bloemenmengsels. Soms kennen we de zaden als poeder zoals de kleurstof henna die gemaakt is van de fijngemalen Indiase kruisbes, de Amla. Ook (wereld)reizigers nemen allerlei zaden mee die aan hun kleding blijven plakken. Er wordt dan ook gezegd dat de biodiversiteit in steden groter is dan op het platteland mede doordat er zoveel mensen wonen uit zoveel verschillende landen.

Er is een grote variatie, zowel in vormen als ook in kiemwijzen. Er zijn eenjarigen die direct uitgezaaid moeten worden omdat ze snel indrogen en hun kiemkracht verliezen. Andere eenjarigen willen juist een tijdje, een half jaar bijvoorbeeld, in kiemrust in de bodem blijven liggen om na een koudeschok, of juist met de warmte van zonnestralen, tot kieming komen. De zaden van de klaprozen gaan pas kiemen als de bodem is omgewoeld en de warmte in de bodem dringt. Wakker gekust door de zon zou je bijna zeggen.

Zaden van inheemse rozen

Het is de zaadhuid die bepalend is voor de lengte van de kiemrust. De zaden van de rozen zijn daar een mooi voorbeeld van. De rozenbottels worden gegeten door merels. In hun maag wordt de zaadhuid van de rozen week gemaakt door het maagzuur. Als de merel het zaad uitpoept kan het zaad goed ontkiemen en zit er al een voedselvoorraadje omheen in de vorm van mest.

De inheemse rozen maken deel uit van de ongeveer 1500 inheemse planten die we in Nederland kennen. Van die planten is al zo’n 35% verdwenen.

Het Levend Archief

Daarom is er nu een project van start gegaan, het Levend Archief. Doel is om zaden van de Nederlandse Flora te verzamelen en in een zadenbank te bewaren maar ook om ze op te kweken. Op die manier wordt er gewerkt aan behoud van biodiversiteit in Nederland.
Deelnemers zijn onder andere Botanische tuinen, de universiteiten Wageningen en Nijmegen en drie Wilde Weelde bedrijven: de Cruijdthoeck, de Bolderik en Biodivers. Zaden worden verzameld in gebieden waar de plant van nature nog voorkomt.
De zaden worden gearchiveerd in Botanische tuinen die zadenbanken hebben en vervolgens opgekweekt op plekken die geschikt zijn voor deze planten. Een ambitieus plan dat door Joop Schaminee, hoogleraar Vegetatiekunde en Landschapsecologie, is gepresenteerd. Ik werd helemaal blij van de verhalen over zaden.

Zo is het Jaar van de Botanische tuin afgesloten en ik hoop dat ik jou, lezer, iets heb kunnen meegeven over de waarde van botanische tuinen en dat je zin hebt gekregen om eens te gaan rondlopen in zo’n mooi plantenmuseum.
Zie ook: www.botanischetuinen.nl

Gerdien Griffioen
Gerdien Griffioen Tuinadvies en ontwerp