De wereld waarin kinderen zich vrij spelend mogen bewegen, is vandaag de dag gekrompen tot een droevig minimum. Terwijl jonge kinderen vanzelfsprekend naar verre landen reizen, is de ruimte die zij dichtbij huis zelfstandig mogen onderzoeken en veroveren, heel klein. Steeds duidelijker waarschuwen experts voor de gevolgen van dit sluipende proces. Wat gebeurt er met deze kinderen als zij, tegen hun biologische aard in, opgehokt en vergrendeld achter deuren en schermen, in de vaste hand van een strak georganiseerd curriculum, zonder ontsnappingsmogelijkheid opgroeien? Al langer wordt hiervoor het beeld van plofkip versus scharrelkip gebruikt.
Wat heeft dit alles met de tuin bij ons huis te maken? Kunnen onze kleine tuintjes wel iets bijdragen aan het verruimen van de speelse vrijheid van onze kinderen? Hoe moet een tuin zijn, wil hij ruimte geven aan de eerste ontdekkingsreizen van onze kinderen? Wat missen kinderen van vandaag?
In een kleine tuin een grote wereldreis
In het grote geheel gaat het om niets minder dan het ervaren van de diepe grote verbondenheid, van het ‘ik’ met de natuurlijke wereld. Het ontmoeten van schoonheid, ruigte, wildheid en ongereptheid. En dat in onze tuintjes?
Kinderen kunnen heel goed de focus leggen op de dingen dichtbij, hier en nu. Als dingen maar aangeraakt en met alle zintuigen en het hele lijf ervaren kunnen worden.
Jonge kinderen kunnen ook in een kleine tuin een grote wereldreis hebben.
Alles wat ervoor nodig is, is vrijheid en wildheid, de aanwezigheid van andere, onafhankelijke levende wezens. Een wilde weelde dus….
‘Speeltoestellen zijn leuk, maar overbodig.’ stelde de Zwitserse natuurpedagoog Alex Oberholzer. Zijn collega Tony Anderfuhren zei: ‘Geef kinderen planken en ze zullen er een hut van bouwen. Geef je ze een hut, dan zullen ze er planken van maken.’
Zand en water
Als we met deze twee ideeën in ons hoofd naar onze tuin kijken, dan weet het kind in ons eigenlijk heel goed wat te doen: ruimte maken, rommel toelaten, materialen en biodiversiteit erin. Speeltoestellen, tegels, meubels en andere dingen die het échte, vrije, levendige spel in de weg staan, er uit.
Zelfs verantwoorde en goed-bedoelde objecten als wilgen- of boomhutten krijgen pas waarde als het kind het samen met mama en papa, zus, broer of vriendjes mag bouwen. Dat papa het kan, dat geloven we wel, maar zijn rol zou zich daarbij het beste kunnen beperken tot wat Maria Montessori in het motto van haar pedagogiek omschreef: ‘Help mij het zelf te doen!’
Welke materialen zijn geschikt voor beginnende ontdekkingsreizigers?
Om te beginnen is de basis zand en water. Daarmee komen vooral jonge kinderen een heel eind. Dit magische tweetal kun je verrijken met losse materialen als keien en kiezels, dood hout in de vorm van boomstronken, takken, wortels, lange en korte stukken boomstam, dennenappels…
Zand is heel divers, zorg voor variatie: wit zand, geel zand, zwart zand, klei en leem, eigen compostaarde… Een eigen proeftuintje mag uiteraard niet ontbreken, waar elders verzameld zaad opgekweekt en geobserveerd kan worden. Waar kruiden of groente geplant en geoogst worden.
Als speelgoed is oud keukengerei uit eigen keuken of de kringloopwinkel meer geschikt dan knetterbont plastic spul. Net als écht tuingereedschap in het klein. Stukken tuinslang, pijpen en dakgootonderdelen, katrollen en touw… Heb je weleens een tuintelefoon gemaakt van een ingegraven tuinslang? Alles wat ons volwassenen te rommelig lijkt, mag achter in de tuin, in de bosjes verstopt worden. Daar ruikt het sowieso het meest naar avontuur.
Gebruik voor de beplanting vooral soorten die het jaar door met het kind mee veranderen: bloeien, vruchten, kleuren, blad verliezen, takken waar al weer snel dikke knoppen op zichtbaar worden en waar de eerste insecten zenuwachtig omheen dwarrelen.
Vooral bloemen en vruchten zijn belangrijk voor heksensoep en voor de egel! Hoe meer er gebeurd, hoe boeiender elke dag is. En als er in de gure winter nog vruchten zijn waar vogels op afkomen, gaat de pret achter de ramen gewoon door…
Als het ons lukt ons beeld van een keurige siertuin los te laten, dan kunnen kinderen ook in de kleinste (stads)tuin meer vrijheid en vrije ruimte vinden dan in die gekke grote wereld daar buiten.
Sigrun Lobst (Aardrijk – Sigrun Lobst)
Foto’s: Sigrun Lobst en Ity Busstra