Nederland staat vol aanbouwtjes, schuurtjes en gebouwen met platte daken. Ruimte waar we vandaag de dag meer mee kunnen. Toen wij jaren geleden ons huidige huis betrokken keken we vanuit de slaapkamer op een aantal platte daken bedekt met bitumen en grind. Waterdicht en stormvast waren de belangrijkste criteria die aan platte daken werden gesteld. Een grondige renovatie van het huis leidde ertoe dat ik bij deze daken de kans heb gegrepen om er een groendak van te maken.
Bij het in gebruik nemen van deze ‘extra’ ruimte gaat er een wereld voor je open. Naast het feit dat de kwaliteit van je uitzicht enorm verbetert, kun je zo’n dak op verschillende manieren benutten. Onze kleine stadstuin van 150m2 kreeg er ineens 50m2 bij en gaf ruimte aan een extra dakterras, een bloemenweide en een plek voor de droogmolen. Een vogelbad maakt het plaatje compleet.
Als ontwerper neem je deze ‘persoonlijke’ ervaring mee en inmiddels passen we groendaken op allerlei manieren toe. Van het kleinste afdak boven de containers tot het vergroenen van een schuurtje of groter zoals het dak van het paviljoen in de Wilde Weelde Wereld.
Afhankelijk van de toegankelijkheid van het dak kun je denken aan verschillende vormen van gebruik. Een klein dakje boven de containers of op je kippenhok kan gebruikt worden als kruidentuin of zelfs groentetuin. Let hierbij wel op de kwaliteit van de grond of het substraat dat je gebruikt. Het dak fungeert dan als een plantenbak met een teeltlaag van zo’n 10-20cm.
Het dak van een schuur of een fietsenberging is een prima plek voor Sedum (substraatlaag 8-10cm) of een wat wilder bloemenweitje (15-20cm). Een aanbouw of groter dak kan afhankelijk van de constructie, ingericht worden als daktuin waarbij je vaste planten, heesters of zelfs kleine bomen kunt gebruiken. Je kunt daarbij werken met bakken of een dikke substraatlaag van 20-40cm. Houd er wel rekening mee dat heesters en bomen meer nodig hebben.
De ondergrond
Voordat je aan de slag kunt met een groendak is het belangrijk om na te gaan of de dakconstructie eronder het extra gewicht kan dragen. Afhankelijk van het type groendak neemt het gewicht toe naarmate de substraatdikte groter wordt. Het is dan ook belangrijk om dit door een deskundige te laten bekijken en te laten berekenen. Ook het type dakbedekking en de waterhuishouding moet goed bekeken worden.
Experiment
Naast de ‘reguliere’ substraten experimenteer ik op kleine schaal ook met andere materialen. Zo heb ik een smalle goot zonder afvoer gevuld met vette klei, ingezaaid met een wilde planten dakmengsel en deels ingeplant met Irissen. Deze houdt al jaren stand zonder extra water of voeding. Een ander experiment zijn bolgewasjes als botanische tulpen, crocussen en narcissen in mijn dak bloemenweide waarbij de laatste 2 soorten redelijk betrouwbaar terug komen.
Experiment
Naast de ‘reguliere’ substraten experimenteer ik op kleine schaal ook met andere materialen. Zo heb ik een smalle goot zonder afvoer gevuld met vette klei, ingezaaid met een wilde planten dakmengsel en deels ingeplant met Irissen. Deze houdt al jaren stand zonder extra water of voeding. Een ander experiment zijn bolgewasjes als botanische tulpen, crocussen en narcissen in mijn dak bloemenweide waarbij de laatste 2 soorten redelijk betrouwbaar terug komen.
Een dak is een plek van uitersten met perioden van veel vocht tot extreem droog. De (on)bereikbaarheid bepaalt in hoeverre je al dan niet onderhoud kunt plegen en water kunt geven. Ik probeer mijn daken met zo min mogelijk ingrepen te laten gedijen. Dat zorgt voor een grote dynamiek in de beplanting waarbij veel soorten het niet overleven, maar andere planten deze plek weer innemen zodra er ruimte ontstaat. Misschien moet ik eens gaan experimenteren met akkeronkruiden en andere éénjarigen die in die korte perioden de gaatjes vullen.
Emiel Versluis (tekst en foto’s)
Vis à Vis Ontwerpers