Als je denkt aan Japanse tuinen, komen al snel droge landschapstuinen in gedachten. Zoals de Ryoan-ji in Kioto of juist een van de vele theetuinen die sterk verbonden zijn met de theeceremonie; tuinen die vol zijn van symboliek. Japan heeft echter ook een traditie in het maken van meer naturalistische tuinen.
Rond 1900 waren er veel veranderingen in de Japanse maatschappij waardoor de kijk op veel zaken veranderde. Op tuingebied kwam dit onder andere tot uiting door een sterkere verwijzing naar het prachtige natuurlijke landschap van Japan, zonder de symboliek en referenties die tot dan toe de norm waren. De benadering van deze naturalistische tuinen richt zich in Japan met name op het creëren van een natuurlijk ogend landschap, waarbij de beleving van belang is. Het spel met licht en schaduw, het geluid van water en het ervaren van de tuin staan centraal.
De meest bekende naturalistische tuin ligt in Kioto en is gemaakt door Ogawa Jihei VII, de zevende generatie uit een familie van tuinmakers.Deze tuin van 3300m2, Murin-an genaamd, is gemaakt tussen 1894 en 1896. En is van grote invloed geweest op de verdere ontwikkeling van naturalistische tuinen in Japan.
De technieken om het gevoel van natuur te creëren zijn in Japan in detail uitgewerkt. Stenen worden geplaatst alsof ze al honderden jaren op hun plek liggen en waterlopen worden als rivieren gecreëerd met een diversiteit van watervallen. Verder zijn er stroomversnellingen en poelen zoals die in de Japanse natuur ook te vinden zijn.
De naturalistische tuinen in Japan hebben zich dankzij Ogawa op plantgebied ook steeds meer ontwikkeld, met meer aandacht voor de inheemse vaste planten en heesters die in de bossen groeien. Veel van de modernere Japanse tuinen zijn bijvoorbeeld gebaseerd op het thema van een ‘gemengd open bos-landschap’. Met een basiscombinatie van naaldbomen en enkele soorten loofbomen met daaronder een compositie van heesters en vaste planten.
Murin-an in 1909.zwart – wit foto: https://murin-an.jp/en/
De hoveniers die momenteel het beheer van de Murin-an tuin uitvoeren zijn continu gefocust op de balans tussen de ecologische waarde en het gewenste beeld. Ze maken hierbij ook gebruik van de historische foto’s. Waar de tuin tegenwoordig weer veel gras bevat, toont een zwart-wit foto uit 1909 dat er voorheen meer bloemen waren.
Momenteel bevat dit gras echter nog soorten als Kluwenhoornbloem (Cerastium glomeratum), Veldereprijs (Veronica arvensis), en diverse soorten viooltjes die door de hoveniers deels toegelaten worden. Behalve de weides zijn de mos-vlakken een belangrijk aspect van de tuin, die ruim 50 soorten mos bevat.
In het onderhoud van de waterpartijen wordt rekening gehouden met de bewoners zoals de Chinese driekielschildpad (Mauremys reevesii) en de waterslakken.
Murin-an is door de Japanse regering betiteld als ‘Place of Scenic Beauty’ en wordt beheerd vanuit een samenwerking van de overheid, onderzoekers en hoveniers.
Meer lezen: Kuitert W., 2006, Japanese Gardens and Landscapes, 1650-1950, University of Pensylvania Press, Philadelphia
Pieter Jansma (Jansma’s Hof)