Dit voorjaar hebben we weer lekker veel regen gehad. Soms zit dit regenwater de mens in de weg. Dat is de reden dat er sloten, drains en (hemelwater)rioleringen zijn. Dit overschot aan regen wisselt zich echter af met perioden van droogte. Droogte ontstaat wanneer er weinig regenwater uit de lucht valt, maar ook doordat we het regenwater wat er valt (versneld) afvoeren. Is er op zo’n droog moment toch water nodig in de tuin dan wordt er snel naar leidingwater gegrepen. Voor de planten in de tuin is dit net zo goed als regenwater, heerlijk verfrissend én het overtollige schone water vindt geleidelijk haar weg wel naar het grondwater. Geen probleem zou je denken. Op grote schaal zit dit toch anders. Door de stijgende vraag naar drinkwater staan de grondwaterbronnen steeds meer onder druk. Hierdoor daalt het grondwaterpeil. Dit zal op de lange termijn zijn effecten op de natuur hebben. Op de kortere termijn zien we nu al dat drinkwater schaarser wordt. Dus hoewel je niet persé iets slechts doet, zijn er wel genoeg redenen om terughoudend te zijn met het gebruik van leidingwater.
Dan nu even terug naar het afvoeren van regenwater; en wel het regenwater van de woning waarin jij woont. Nog te vaak zijn de regenpijpen aangesloten op de vuilwaterriolering. Pas vanaf 2011 is het verplicht om hemelwaterriool en vuilwaterriool is twee aparte systemen te scheiden. Wanneer schoon regenwater in het vuilwaterriool terecht komt, is het in één klap sterk vervuild. Allemaal extra werk voor de rioolwaterzuivering. Dit is zonde toch? En al helemaal als bij hevige regenbuien de riolering overbelast raakt en het vieze water op zogenaamde overstortlocaties overloopt op het oppervlaktewater. Dan komt het vervuilde water niet eens bij de rioolwaterzuivering terecht.
Bovenstaande laat zien dat we slim met ons regenwater om zouden moeten gaan. Gelukkig is er op dit moment vanuit burgers, gemeenten en waterschappen veel aandacht voor dit thema. Door online te zoeken op waterproof, regenwaterproof, rainproof of regenwaterinfiltratie kom je veel informatie en voorbeelden tegen. Voor iedere situatie is wel een toepassing te bedenken. Veel oplossingen zijn relatief goedkoop en eenvoudig te maken. Én het is superleuk om na je inspanningen het nieuwe regenwatersysteem en de daarmee verband houdende veranderingen in je tuin te volgen!
Het eerste waar mensen aan denken is vaak een regenton. Je hebt ze groot en klein, bovengronds en als ondergrondse tanks. Op deze manier spaar je regenwater op met behulp van een technische ingreep. Hier kun je vervolgens van tappen of oppompen op momenten dat je het nodig hebt. Kleinschalig voor je kamerplanten, als je het groter aanpakt voor je hele tuin of als je het groots aanpakt ook om je fiets of andere objecten af te spoelen. De regenton is op twee manieren op de regenpijp aan te sluiten. Met behulp van een vulautomaat; daarmee houd je samen met de regenpijp een gesloten verbinding met het riool. Is de regenton vol, dan stroomt het regenwater weer via de ‘oude’ weg naar het riool. De andere manier is rechtstreeks op de ton. In dit geval stroomt de ton over zodra die vol is. Wil je dit gecontroleerd doen, dan kun je boven in de regenton een flexibele slang van 25mm doorsnede aansluiten die je naar een plek in de tuin leidt waar het regenwater nut heeft.
Dat brengt ons op het natuurlijke systeem van regenwaterinfiltratie. Hiermee laat je de natuur eigenlijk zelf zijn werk doen. Je koppelt de regenpijp af van het riool en verbindt deze via een (ondergrondse) buis of een open gootje met een speciaal hiervoor gegraven laagte in de tuin (wadi). Het water stroomt bij regenval snel naar deze plek toe, van waaruit het geleidelijk (binnen een dag) de bodem in kan sijpelen. Op deze manier bouwt de bodem zelf een waterbuffer op voor droge periodes. Dit is voor veel mensen spannender, want hoeveel water valt er van het dak en waar blijft dat dat in de tuin? Stroomt het niet mijn woning binnen? Of de straat op? Wordt mijn tuin geen moeras? Kan ik nog met droge voeten naar de schuur lopen? Dat zijn stuk voor stuk verstandige dingen om je af te vragen. Grofweg zijn er twee zaken waar je enig gevoel bij moet krijgen.
- Hoeveel water komt er door de regenpijp die je naar de tuin wilt leiden?
- Wat is de infiltratiecapaciteit van de bodem?
Voor punt 1 kun je een globale berekening maken. Het KNMI spreekt van een hoosbui als er 25mm regen per uur valt. Deze hoeveelheid vermenigvuldig je met het dakoppervlak waarop je regenpijp is aangesloten. Bijvoorbeeld: 20m2 * 0,025m = 0,5m3 = 500 liter.
Om dit water kwijt te kunnen in de tuin heb je ofwel een regenton nodig van 500 liter ofwel je graaft een laagte in de tuin die ongeveer 0,5 m3 groot is.
Ter plaatse van de te graven laagte in de tuin doe je een regenwaterinfiltratieproef; de zogenaamde emmertest. Dit is een eenvoudige methode waarbij je kan zien of het regenwater goed de bodem in kan zakken.
Stap 1: graaf een gat van het formaat van een driedimensionale stoeptegel (30x30x30cm)
Stap 2: vul een grote emmer van circa 10 liter met water en giet dat rustig in het gat
Stap 3: observeer wat er gebeurt en hou de tijd bij waarin het water geheel is weggezakt
Resultaten:
- Het water is binnen 20 minuten weggezakt: de bodem is zeer geschikt voor infiltratie
- Het water is binnen 1,5 uur weggezakt: de bodem is geschikt voor infiltratie
- Het water is tussen 1,5 uur en 4,5 uur weggezakt: de bodem is matig geschikt voor infiltratie
- Het water is na 4 tot5 uur niet weggezakt: de bodem in ongeschikt voor infiltratie
Met deze informatie kun je een afgewogen keuze maken om je regenwater al dan niet af te koppelen. Wanneer je voor afkoppelen kiest, bedenk je hoe je het (natuurlijke) systeem vervolgens vormgeeft.
Ga je voor maximaal resultaat? Dan is een combinatie van beide systemen waarschijnlijk het beste.
Je zult zien dat het extra regenwater in de tuin je planten laat opbloeien en dat het leven aantrekt. Er zijn zoveel manieren om creatief met water om te gaan. Wanneer je het water via een gootje naar de laagte in je tuin leidt, kun je er een vogelbadje in verwerken die zichzelf telkens verschoont en vult. Noem maar op.
Zelf voer ik regelmatig samen met klanten deze emmertest uit. De ene keer is het een specifieke wens van de klant om regenwater in de tuin te bufferen. Soms is er overlast van regenwater waarbij ik opper te onderzoeken of we dat op een natuurlijke manier kunnen oplossen. In alle tuinen waar ik werk of advies geef, zoek ik naar mogelijkheden om regenwater af te koppelen van het riool de tuin in. Het scheelt per woning en tuin wat de benodigde inspanning daarvoor is. Soms volstaat het doorzagen van de regenpijp. De andere keer moet je je uiterste best doen de regenpijp überhaupt te vinden en deze vervolgens onder een verhoogd terras door moet zien te krijgen om op een geschikte plek de tuin in te laten lopen.
Het grootste verschil tussen beide systemen is dat een opslagtank vol blijft, tenzij je er niet actief iets uit tapt, en een natuurlijke infiltratie geleidelijk aan de bodem in stroomt en de volgende dag opnieuw water kan bufferen.
Tip: voor het gebruik van alleen een regenton aangesloten door middel van een vulautomaat:
Heeft je regenton geen overstort de tuin in, laat dan je regenton zelf de tuin in stromen de dag voordat je nieuwe regen verwacht. Op die manier kun je opnieuw 200 liter schoon regenwater uit het riool sparen.
Het is ook leuk om samen met kinderen de emmertest te doen als aanleiding voor een gesprekje over regenwater.
Tekst en foto’s: Silke Zandstra van Tuinzijde
Bedankt voor deze duidelijke uitleg! Ik ga het aan klanten meegeven, zo kan iedereen wat nuttigs doen wat past bij zijn / haar erf of tuin. In het buitengebied komt het regenwater gelukkig via regenpijpen in de sloot of gracht. Maar een bovengrondse wadi is ook leuk.