Nachtvlinderplanten

Meestal bekijk je de tuin en z’n bewoners overdag. Hooguit zit je, bij aangenaam zomerweer, ‘s avonds nog op het terras. Als het echt donker wordt ga je meestal naar binnen. Toch is de tuin in het donker ook heel spannend. Niet alleen voor de katten uit de buurt maar ook voor nachtvlinders. Er zijn zelfs veel planten speciaal voor aangepast.

Geen kleuren maar geuren

Tegen de avondschemer, als het daglicht verdwijnt, vervagen de meeste kleuren. Veel planten sluiten ‘s nachts hun bloemen of de kleuren zijn niet langer zichtbaar. Bloemen die door nachtvlinders worden bestoven beginnen juist tegen de schemer te bloeien. Terwijl de andere bloemen sluiten, gaan deze pas open. De bloemen zijn vaak wit of bleekgeel en vallen goed op in het donker. Om nachtvlinders te lokken, gebruiken ze ook geur. Tegen de avond beginnen deze planten onweerstaanbaar te ruiken, dat is op een warme zomeravond goed te merken. Denk daarom eens aan het toepassen van nachtbloeiers, daarmee maak je de tuin zelfs interessant als je zelf slaapt.

De leukste nachtvlinderbloem is de Teunisbloem. Het openspringen van een teunisbloem is iets bijzonders en gebeurt in de avondschemer; bij een bewolkte dag iets vroeger. Het duurt een poos totdat de kelkbladen die de bloem ‘gevangen’ houden opeens loslaten, naar achteren klappen en de bloem zich plotseling ontvouwt. Neem gerust een stoel erbij en let goed op. Heel vaak zit je lang te kijken en als je even afgeleid bent, is de bloem opeens open. Het verse stuifmeel is heel kleverig. Soms zijn er meteen nachtvlinders, een andere keer duurt het wat langer. De volgende ochtend, als de zon kracht krijgt, verwelken de bloemen. Het is beslist de moeite waard om eens geduldig naar dit schouwspel te kijken.

Teunisbloem

De anjerfamilie telt diverse nachtvlinderbloemen, denk maar aan zeepkruid, avond- en nachtkoekoeksbloem maar ook blaas-en nachtsilene. Deze laatste twee hebben wat kalk in de bodem nodig. Blaassilene is heel geschikt om op een zonnig (stapel-) muurtje te laten groeien. Zeepkruid is een makkelijke groeier die vroeger voor de zeepproductie gebruikt werd. Flink wat zon bevordert de bloei.

Haast spreekwoordelijk is natuurlijk de wilde kamperfoelie die misschien wel meer romantische paartjes dan nachtvlinders trekt. Deze klimplant moet geleid worden en heeft voorkeur voor een enigszins vochtige en licht beschaduwde standplaats. De geur komt ‘s avonds opeens los.

wilde kamperfoelie

De wetenschappelijke naam ‘Hesperis matronalis’ voor damastbloem zou je kunnen vertalen met ‘deftige dame’. De groeiwijze is wat statig en tegen de avond komt haar ‘parfum’ los. Ze groeit bij voorkeur in de halfschaduw waar de witte bloemen ‘s avonds prachtig oplichten.

(Sier)Tabak.

Siertabak is er in rood, wit en zachtgeel. De hoge wit bloeiende bostabak kan mooi uitgroeien. Vooral de lichtgekleurde soorten zijn voor nachtvlinders interessant.

Doornappel groeide vroeger veel op mestvaalten, maar ook op braakliggende grond en strandjes langs de rivieren. De grote witte bloemen gaan tegen de avond met een schroevende beweging open.

Mottenkruid is een prachtige tweejarige toorts met witte of zachtgele bloemen. ’s Nachts en op een bewolkte ochtend is de fraai behaarde bloem op z’n mooist.

Mottenkruid

Meestal zie je liguster als een gladde, goed gesnoeide haag. De waarde voor nachtvlinders zit vooral in de sterk geurende, witte trossen bloemen. Deze verschijnen begin juli in de struiken die niet voor die tijd geknipt zijn. Knip dus pas na de bloei!

Een bijzondere dagactieve nachtvlinder is de kolibrievlinder. Dit is een trekvlinder die uit het zuiden komt en hier steeds vaker te zien is. Als een echte kolibri staat de vlinder al vliegend stil in de lucht om vervolgens met z’n lange roltong nectar in bloemen op te zuigen. Daardoor valt de vlinder goed op.

Kolibrievlinder

Tekst en foto’s: Machteld Klees, Bureau Zonneklaar

Plaats een reactie