Rapunzelklokje

Sommige planten mogen zich van mij uitzaaien zoveel als ze willen. Rapunzelklokje (Campanula rapunculus) is daar één van. Met haar tere verschijning, soms wat vertakt, en losse pluim van lila bloemen is het een bescheiden blikvanger en staat ze andere planten niet in de weg. Dankzij de hoogte, tot zo’n 80-90 cm, is ze ook mooi zichtbaar tussen de andere planten.

Van nature komt rapunzelklokje in Limburg, in het oostelijk deel van het rivierengebied en het IJsseldal voor. Vooral in bloemrijke graslanden maar ook in bermen en langs spoorwegen. Op de Rode Lijst staat ze als kwetsbaar te boek.

Chelostoma rapunculi, Grote klokjesbij

Rapunzelklokje is tweejarig; de plant moet het dus hebben van open plekken waar ze zich uit kan zaaien. De grond is bij voorkeur matig voedselrijk en liefst met wat kalk. In de natuur staat ze niet op heel droge plekken, in de tuin kan ze vaak wat meer droogte aan. Het rozetje heeft enigszins golvende bladeren en is daardoor redelijk herkenbaar. Onder de grond zit een verdikte wortel, met een wat pittige smaak. In vroeger tijden werd rapunzelklokje gegeten. De wortels worden zelden groter dan 5 cm en 1 cm dik. In het wild zoeken leverde veel te weinig op, daarom werd rapunzelklokje ook wel gekweekt. Als smaakmaker fleurde het de eentonige winterse stamppot op. Uit een wat twijfelachtige bron, toegeschreven aan Vergilius, zou blijken dat de Romeinen er al raad mee wisten: “Kijk, daar staat de kool en brede biet, en daar groeit zuring, malve en alant, rapunzel ook en prei en malse sla waardoor een zwaarbeladen maag tot rust komt”.

Rond de langste dag begint rapunzelklokje te bloeien, en blijft vaak doorbloeien tot laat in augustus.

Nadat het rapunzelklokje uitgebloeid is, blijft de verrassend stevige stengel nog lang staan. De vijf kelktanden staan dan mooi uit. In het vruchtkokertje ontstaan kleine gaatjes; beetje bij beetje worden de zaden door de wind uit de kokertjes geschud. Vandaar de term ‘windstrooier’.

De zaden zelf zijn lichtbruin en heel fijn. In een gram zitten maar liefst 25.000 zaden. Zulk fijn zaad kun je het beste mengen met zand om te voorkomen dat er te dicht gezaaid wordt. Nog beter is het om de natuur zijn werk laten doen. De zaden vinden dan uit zichzelf de meest geschikte groeiplek. Het zaad is maar kort kiemkrachtig. De plant moet dus elk jaar de gelegenheid krijgen om zich uit te zaaien, anders raak je hem kwijt. Daarvoor zijn enigszins open plekjes onmisbaar. Het natuurlijke moment om te zaaien is de vroege herfst. Dan kan de plant als rozet de winter in en zal het volgende voorjaar bloeien.

Er zijn nog veel meer klokjes die heel geschikt zijn voor de tuin, meestal zijn het vaste planten die zichzelf verjongen door zich (meestal bescheiden) uit te zaaien. Prachtklokje (C. persicifolia) draagt z’n naam met ere. Van nature is dit een zeldzame inheemse plant die nog sporadisch in bosranden groeit. In witte en blauwe variant fleuren ze menig tuin op. Als de grond niet te droog is, zijn ze zelfs geschikt voor een geveltuintje.  Ook ruig klokje (C. trachelium) is een prima tuinplant, die wat meer de (half)schaduw verkiest dan de andere klokjes. Het wat lager blijvende grasklokje (C. rotundifolia) groeit juist weer op schrale en zonniger plekken. In het Griftpark in Utrecht zag ik ze zelfs op stapelmuren groeien. Kruipklokje (C. porscharskyana) heeft  de stad als groeiplek veroverd en gedijt daar prima.

Alle soorten klokjes (Campanula) zijn geliefd bij insecten. Een paar soorten wilde bijen zijn helemaal van klokjes afhankelijk: de klokjesdikpoot, grote klokjesbij en de kleine klokjesbij. Vaak kun je ‘s avonds of ‘s ochtends vroeg slapende bijtjes in de klokjes aantreffen, lekker knus en beschermd tegen nattigheid. Zet gerust meerdere soorten klokjes in de tuin, dan hebben de bijtjes wat te kiezen. Doet de ene soort het een jaar wat minder, dan kunnen ze makkelijk overstappen op een andere soort. Met de steeds extremere zomers is dat een groot voordeel voor hun voortbestaan.

Rozet met eetbare wortels

Tekst en foto’s: Machteld Klees, Bureau Zonneklaar.

Plaats een reactie