Plant in de picture: sleutelbloem Primula

Sleutelbloemen zijn natuurlijk de lentebodes bij uitstek, maar in Nederland komen ze weinig meer voor in het wild. In onze omringende landen is dat heel anders.

Vooral de gulden sleutelbloem, Primula veris, is als je maar iets zuidelijker of oostelijker gaat behoorlijk algemeen. Maar ook de slanke sleutelbloem, Primula elatior, op iets vochtiger plekjes, en de stengelloze sleutelbloem, Primula vulgaris, worden niet als bedreigde Europese soorten gezien.

Nou zijn de plekken waar ze kunnen groeien wel aardig zeldzaam in ons land. Gulden sleutelbloem zie je bijvoorbeeld in Noord-Frankrijk en Duitsland toch vooral op wat kalkrijkere wegbermen, schrale graslanden en langs bosranden en wegen. Op plekken waar wegen vernieuwd worden, kruispunten aangepast en rondwegen rond dorpen gelegd worden, staan ze na een jaar of drie met honderdduizenden te bloeien waarna ze, wanneer de vegetatie zich weer wat ontwikkelt, wat terugtrekken tot de wat kalere plekken.

Dat zie je niet in ons land. Hier zit zoveel mest in de bermen en zo weinig kalk dat spontane populaties heel zeldzaam zijn.

Gulden sleutelbloem, Primula veris

Zo ook met de bronnetjesbossen en natuurlijke beekbegeleidende bossen, waar de stengelloze sleutelbloemen het goed doen; deze zijn behoorlijk zeldzaam in ons land. Ga je in het oosten de grens over, dan vind je daar heel wat meer overbosjes en bosjes met boerengeriefhout  die al eeuwen lijken te bestaan met redelijk met rust gelaten beekjes en bronnetjes. Daar zie je dan ook meteen soorten waar menig botanicus voor door de knieën gaat. Waaronder dus de slanke sleutelbloem.

Ook de stengelloze sleutelbloem, die je bij ons nog voornamelijk op landgoederen tegenkomt en dan vaak als stinzenflora aangeduid wordt, kom je in soms grote aantallen tegen in Noord-Frankrijk. Ze lijken niet echt gebonden te zijn aan basenrijke ondergrond (kalk) maar lijken het eigenlijk overal wel te doen. 

In tuinen, die meestal best wel neutraal van zuurgraad zijn vanwege jarenlang tuinieren, lijken alle drie de soorten het prima te doen. Gulden sleutelbloem is een soort die wel wat extra kalk waardeert, maar de andere twee maakt het niet zo veel uit. Als er niet te veel concurrentie is, staan ze in het voorjaar allemaal mooi geel de lente aan te kondigen.

Slanke sleutelbloem, primula elatior

Mooi geel? De stengelloze kan ook best roze zijn, of zelfs knalroze. Ooit kreeg ik van Rob Leopold, toen eigenaar van de wilde planten-zadenkwekerij de CruydtHoeck, te horen dat hij geen zaad kon leveren van de stengelloze, omdat er bij een kiemproef een paar roze bloeiende tussen zaten. Omdat deze soort massaal in allerlei regenboogkleuren gekweekt wordt in de vaste plantenhandel, dacht hij dat er een kruising was ontstaan tussen zo’n tuincultivar en de “echte”.

In Noord-Frankrijk trof ik wat later hele gemengde populaties in het wild aan. Duidelijk een wilde vorm met kleiner blad en relatief kleine bloemen, maar ook in wit, lichtgeel, donkerder geel, licht- en donkerroze. Dat zouden best eens bronpopulaties kunnen zijn waar veredelaars materiaal van afnemen. Ik weet het niet zeker, want ik ben geen DNA-onderzoeker, maar het zou onderzocht kunnen worden.

Stengelloze sleutelbloem, primula vulgaris

Je kunt ze dus makkelijk in de tuin hebben, maar zaaien is nog wel een uitdaging. Wij hebben de beste resultaten met vers zaaien. Vooral de gulden sleutelbloem zaait dan enorm uit, maar ook de slanke doet het goed in verse toestand. De stengelloze heeft, als je zaad wil winnen, een heel vervelende eigenschap. De uitgebloeide bloemen buigen heel snel naar beneden, ook als het zaad nog niet rijp is. De zaaddozen komen op de grond te liggen en worden dan heel snel aangevreten door slakken. Mieren gaan er vandoor met het zaad, omdat er een mierenbroodje aanzit. Dus dan denk je te kunnen oogsten en is er geen zaad meer te vinden…

Dat dat heel goed werkt, kun je zien in de heemtuinen van Amstelveen. Daar zaait de stengelloze zich massaal uit. Maar zaad winnen, geen kans… Althans, dat is mij nog niet gelukt… Ook daar niet. 

Als je het zaad gaat bewaren, waardoor het in kiemrust komt, zorg er dan voor dat  je voor de winter zaait, zodat de vorst erover kan gaan. Dat kan de kiemrust doorbreken. En dan liefst flinke vorst. Kan ook in de diepvries voor een paar dagen, in vochtig zand bijvoorbeeld. Soms komt het zaad pas na een jaar op.

Stengelloze sleutelbloem, Primula vulgaris

Wanneer je de drie soorten vlak bij elkaar zet in je tuin, heb je ook grote kans op kruisingen. Gulden sleutelbloemen met opstaande diep gele bloemen of juist met bleekgele opstaande, als kruising tussen gulden en slanke. Maar beide kunnen ook kruisen met stengelloze met allerlei variaties van de ouder-soorten in de verschijning.

Er is een vermoeden dat de in de reguliere tuinhandel verkrijgbare sleutelbloemen vrijwel allemaal kruisingen zijn. In de gespecialiseerde wilde plantenkwekerijen zijn meestal de originele soorten te koop, maar ook wij ontkomen soms niet helemaal aan een “missertje”. Maar voor in de tuin is dat niet zo erg ben ik van mening. Zolang het maar niet uitgezaaid wordt in de natuur.

Stengelloze sleutelbloem, primula vulgaris

Tekst en foto’s: Martin Stevens, Wolverlei

1 gedachte over “Plant in de picture: sleutelbloem Primula”

  1. Ik zie ook wel donker gekleurde primulas die ik erg mooi vind. Hoe heet die en aan welke eisen qua grond moet die voldoen? Die ik had is verdwenen terwijl de slanke sleutelbloem ieder jaar terugkeert.

    Margreet

    Beantwoorden

Plaats een reactie