Midden in de winter staat op een aantal plekken in Nederland een wilde plant van hier in volle bloei. In het duingebied zo hier en daar, Veluwe/Utrechtse heuvelrug, oost Nederland, Noord Brabant… Op zandgrond. Eigenlijk altijd op zonnige beschutte plaatsen want – heel vreemd voor een inheemse soort – hij is vorstgevoelig.
Gaspeldoorn, Ulex europaeus, bloeit soms al eind november en gaat soms door tot in mei. Het is een typisch Atlantische soort en aan de kusten van Europa komt hij voor. Van Portugal tot in Schotland. Typisch plekken waar het nooit echt hard vriest of zelfs helemaal niet vriest. Je zou dan denken dat –ie wat moeite heeft om zaad te vormen maar omdat hij dus vroeg in het voorjaar nog volop bloeit zijn er genoeg insecten, vooral grote bijen zoals hommels, die ze bezoeken.
Als er geen strenge winters zijn zaaien ze flink uit, maar als je zelf wilt kweken dan blijkt zaaien toch knap lastig. Buiten dat het verzamelen van zaad een vervelend werkje is vanwege de enorme tot doorns vervormde bladeren die de plant heeft, blijkt ook het kiemen onvoorspelbaar. Veel vlinderbloemigen hebben harde zaden die je vaak het best kunt weken, andere kwekers raden schuren van de zaden aan, maar ik las ook een heel aparte methode: overgieten met kokend water en daarna meteen met koud water. Iemand die dat probeerde had goed succes, meldde hij… Kwekers gaan vaak voor de “makkelijke” weg en stekken ze, hoewel dat mij ook nog wel een uitdaging lijkt.
Onze gaspeldoorn werd vroeger gebruikt als vee kering, maar ik las ook dat het als veevoer werd gebruikt. Koeien schijnen het jonge blad, dat dan nog niet vervormd is tot harde doorn, te eten. Dan keert het dus niet alle vee. Het is wél zo dat voor mensen een haag met gaspeldoorn echt ondoordringbaar is. En probeer je het toch dan heb je kans dat de dode puntjes van de doorns in je huid achterblijven die dan gaan ontsteken. Mensen die de plant bloeiend tegenkomen en denken dat het brem is – de bloemen lijken er sprekend op – en er aan willen ruiken, komen dan van een koude en vooral prikkerige kermis thuis… Ik heb dat regelmatig gezien omdat ik in de jaren ’60 er eentje in de tuin van mijn ouders had gezet langs de stoep. Die deed het fantastisch, maar dat prikken… Wat kunnen mensen boos kijken zeg.
De gaspeldoorn is waardplant voor een aantal vlinders waaronder het groentje en het heideblauwtje. De vlinderstichting geeft ook nog 5 nachtvlindersoorten aan.
Buiten zijn gebied, in de rest van de wereld dus, wordt hij gezien als een problematische invasieve exoot die op veel plekken intensief bestreden wordt en waar een verbod op geldt.
In Nederland wordt hij het eerst genoemd omstreeks 1600 op Walcheren. Er is wat twijfel of het een natuurlijke vestiging is of aangeplant, wat betreft de natuurlijke verspreiding zou een natuurlijk voorkomen wel kunnen. Hij staat op de Nederlandse rode lijst als vrij zeldzaam.
Op zuidelijker en westelijker plekken komt ook de westerse gaspeldoorn voor, Ulex gallii, en de kleine gaspeldoorn, Ulex minor. Die bloeien van april tot oktober waardoor er bijvoorbeeld op de Britse Eilanden en Ierland altijd wel gaspeldoorns in bloei staan omdat ze daar op dezelfde plekken voorkomen. Een oud Engels spreekwoord is “When gorse is out of bloom, kissing is out of fashion”. Gorse is de Engelse naam…
Tekst en foto’s: Martin Stevens, Wolverlei
Kunnen ze stevig teruggesnoeid? We hebben een hele grote in de rand van onze volkstuin. Helemaal bruin tot wel een meter hoog. Totaal zo’n 3 m hoog.
Hoi Caroline,
Ja, die kan teruggesnoeid worden. Gebeurt soms op “natuurlijke” manier als er een week strenge vorst is. Dan vriest hij in, maar komt meestal weer terug uit de wortel. Hij wordt ook als haag gebruikt in kuststreken.
Niet snoeien in het late najaar/winter vanwege invriezen, waar de soort gevoelig voor kan zijn. Beter na de bloei, mei/juni. Snoei boven gezond blad, niet eronder.
Groet,
Laura Budde
Communicatie Wilde Weelde