Boekrecensie april

Hoe leer je wilde planten kennen?

Als je een natuurrijke tuin hebt dan kan er een moment komen waarop je tussen de bekende tuinplanten een plantje ziet dat je eerst onkruid noemde maar dat er soms verrassend leuk uitziet! Schoffel je het toch weg of ga je er eens voor zitten om zo’n plantje te bekijken? Wat is dat voor plantje? Hoe heet hij en waarom staat hij in je tuin? Als je de tijd neemt om de plant en de bloem goed te bekijken, dan maak je kennis met de mooie details van planten, zeker als je er een loepje (10X) bij gebruikt.

Laat me je meenemen in de wereld van de boeken om planten te leren determineren. Onlangs is de nieuwe ‘Heukels’, De Flora van Nederland, uitgekomen. Heukels is de eerste auteur van de Flora en schreef in 1883 het boek voor gebruik op scholen. Nu, met de 24e druk is de kennis over de plantenwereld enorm gegroeid en heeft de DNA-techniek ertoe geleid dat planten op basis van hun genetische verwantschap in ordes en families zijn geplaatst en niet alleen meer op basis van hun uiterlijke kenmerken.

De Flora van Nederland is het wetenschappelijke boek om planten te determineren. In deze nieuwe versie zijn veel tekeningen toegevoegd en met kleuren zijn de grote plantgroepen zichtbaar gemaakt op de bladsnede. Het boek is echt prachtig en het zoeken met de sleutels is heel goed te doen. Er staan ook nieuwe planten in zoals bijvoorbeeld invasieve exoten als de Japanse duizendknoop en verwilderde tuinplanten zoals Pachysandra en Houttuynia.

Voor ons plantenliefhebbers is het vooral belangrijk of er makkelijk mee te werken valt. In de Heukels word je aan de hand van zogenaamde sleutels, stap voor stap naar de familie geleid waar jouw plantje bij zou horen. En vandaaruit naar het geslacht en de soort. Je begint te determineren met het onderscheid tussen planten of kruiden die minder dan 50 cm. hoog zijn en de meer dan 50 cm. hoge struiken of bomen.

Een ander heel goed bruikbaar boek is de Veldgids Nederlandse Flora, geschreven door Henk Eggelte. Deze gids is uitstekend voor mensen die meer willen leren over wilde planten. De indeling van de Veldgids is niet op DNA gebaseerd. De uiterlijke kenmerken vormen de basis voor de determinatie. Planten met gelijke determinatiekenmerken staan bij elkaar in een groep. Er worden minder kenmerken genoemd. Deze aanpak geeft meer overzicht en je gaat in het boek direct naar een soort.

Een voorbeeld: Planten met het kenmerk ‘meerzijdig symmetrisch met kelk en kroonblaadjes’ zijn in een groep geplaatst. Meerdere families hebben dat kenmerk. Deze families staan nu bij elkaar in de groep en vanuit die groep kun je verder determineren om bij de soort te komen. Door de layout van de Veldgids zie je de kenmerken en de soortnamen direct onder elkaar staan. Dat maakt de tabellen overzichtelijk.

Gerdien Griffioen (Gerdien Griffioen Tuinadvies en Ontwerp) en
Yvonne Bruijning (Tuinen die Verbinden)