De kleine beestjes tuin wil laten zien dat een kleine tuin gebruiksvriendelijk, zeer natuurrijk en diervriendelijk kan zijn.
Vlinders, wilde of solitaire bijen, libellen, amfibieën en vogels. Ze verlangen allemaal een goede omgeving die aangepast is aan hun wensen: Beplanting waar ze van kunnen eten en die bescherming biedt.
De planten in de tuin leveren ieder afzonderlijk een bijdrage aan het dierenleven. Zo hebben vlinders waardplanten nodig, zoals viooltjes, zuring en ganzeriksoorten. Veel wilde bijen zijn ook sterk gebonden aan specifieke plantensoorten als klokjes, andoorn, wilg en schermbloemigen.De beplanting, het bloemrijk gazon, de haag, borders, paden en de vijver bloeien op tijdstippen dat de diverse soorten dieren die nodig hebben.
Vijver en stapelmuur
De oeverrand van de vijver is met allerlei stukken hout verfraaid. Dit is vooral nuttig als schuilmateriaal en afzetgebied voor eitjes e.d. Een grote boomstam wordt langzaamaan door insecten in beslag genomen.
De natuursteen stapelmuur is gemaakt van overtollig Appeltern materiaal. Opgebouwd met een kern van klei. Stukken stam en andere puindelen zorgen voor nestgelegenheid of schuilmogelijkheden. Kleine kieren met holle ruimtes vormen nestgelegenheid voor muizen en wie weet later hommels.
Het zandpad is een ideale plek voor solitaire bijen die in de bodem nestelen. Een zandbed van 30 cm is hiervoor het meest geschikt. De grote keien zijn decoratief, maar zorgen ook voor mooie opwarmplekjes voor insecten.