Een bosvegetatie is opgebouwd in verschillende lagen: bomen, struiken en een kruidlaag. Onder de bomen en heesters vind u planten die hun hoofdbloeiperiode in het voorjaar en de voorzomer hebben, waaronder veel stinzenplanten. Als het blad aan de bomen komt, is er veel schaduw.
Er zijn verschillende plantencombinaties mogelijk. Voorbeelden hiervan zijnde lila judaspenning, in combinatie met de paarsbloeiende donkere ooievaarsbek,en het laatbloeiende gele boshavikskruid. Naast deze opvallende soorten is er ruimte voor soorten die wat minder op de voorgrond treden, maar door structuur,bladvorm, kleur of bloeitijd de beplantingscombinatie versterken.
Schaduwminnende grassen, zeggen en varens zorgen voor de nodige structuur en bladcontrasten in de zomermaanden.
Wanneer er in de bosrand struiken en bomen met vruchten bessen en noten staan, zoals meidoorn, lijsterbes, vlier en hazelaar ontstaat er een aantrekkelijk vogelbosje. Dit kan ook op kleine schaal in een stadstuin toegepast worden.