In ons land kom je van het geslacht hoefblad (Petasites) eigenlijk maar één soort tegen die we inheems kunnen noemen: groot hoefblad, Petasites hybridus.
Daarnaast zie je op landgoederen en parkbossen ook Japans hoefblad, Petasites japonica, en wit hoefblad, Petasites albus. Beide soorten worden tot de stinzenplanten gerekend, ooit aangevoerd als sierplant om in de tuinen en parken te planten rond stinzen en states. Ze hebben zich daar kunnen handhaven maar breiden zich niet echt uit buiten die plekken.
Een “nieuwe” stinzenplant is er ook: de winterheliotroop, Petasites pyrenaicus. De benaming stinzenplant mag je er eigenlijk niet aan geven omdat het feitelijk een nieuwe introductie is van de laatste decennia die zich ook niet geheel zelfstandig in stand houdt. Hij kan namelijk last krijgen van strenge vorst. In de bergen waar hij van oorsprong groeit, de Pyreneeën, is dat blijkbaar geen punt omdat hij daar meestal onder een sneeuwdek zit of op warme, zuid ge-exposeerde hellingen groeit.
Hij is echter wel heel nauw verwant aan de andere hoefbladsoorten. Het bijzondere is dat hij heel welriekend is en heel vroeg bloeit. Vaak al half december, en hij bloeit door tot eind februari. Tenzij het hard gaat vriezen, dan bevriezen de bloemen en het al verschijnende blad, maar mijn ervaring is dat meestal een deel van het wortelstelsel het wel overleeft. Ook de zeer vroeg vliegende insecten zoals hommels en andere bijen kunnen er dan al wel nectar in vinden. In de zomer blijken ook tal van opvreters in en op het blad zich eraan te goed te doen.
Groot hoefblad is tweehuizig, dat wil zeggen dat je planten hebt met vrouwelijke bloemen en planten met mannelijke bloemen. Ze bloeien, net als de andere soorten, vóór het blad verschijnt. Ze bloeien al in februari tot begin april en worden door tal van vroege insecten bevlogen. In de zomer wordt het wel tot 1 meter in doorsnee wordende blad ook door tal van insecten aan- en opgevreten. De uit het Europese berggebied afkomstige wit hoefblad begint meestal net iets eerder dan het groot hoefblad en het uit Azië afkomstige Japans hoefblad nog iets eerder. Winterheliotroop en wit hoefblad maken niet zulk groot blad, Japans hoefblad doet dat net als groot hoefblad wel.
En dan is er nog een hoefblad. Eentje die niet tot het geslacht Petasites gerekend wordt: klein hoefblad, Tussilago farfara. Groeit op heel veel plekken in Europa, Afrika en Azië en is geïntroduceerd in de Amerika’s. Daar wordt hij vaak als invasieve exoot gezien. Bij ons staat hij vooral op niet zure omgewerkte, ruderale plaatsen. Zelfs op muren heb ik ze gevonden. Bloeit vaak al half februari, wordt bezocht door bijen en vliegen en kent ook veel opvreters van het blad, dat ook pas na de bloei verschijnt. Het is ook een bekende geneeskrachtige plant tegen luchtwegaandoeningen. Het gedroogde blad wordt bijvoorbeeld gebruikt als ‘astma sigaretten’ en in WOII werd het gebruikt als surrogaat tabak. Het gebruik als thee wordt ten sterkste afgeraden. Er zitten, net als bijvoorbeeld in smeerwortel en kruiskruiden, stoffen in die leverbeschadiging veroorzaken.
Tekst en foto’s: Martin Stevens, Wolverlei