Heelblaadjes is een fantastische plant voor in de tuin. Doet het eigenlijk altijd wel, maar liefst heeft hij een iets vochtige standplaats. Als dat dan een niet al te zure grond is dan gaat -ie heel enthousiast groeien met uitlopers, maar hij is altijd makkelijk te corrigeren. Vaak is deze plant tegen een bosrand of heg te vinden.
Het is niet echt een zeldzame plant voor onze omgeving, maar als je de groeikracht ziet dan verbaast het je wel dat hij niet op meer plekken staat. Op droge grond wordt hij niet zo hoog, op licht vochtige tot natte grond haalt hij de 90 cm makkelijk. In de zomer gaat hij bloeien en daar gaat hij lang mee door – als je de uitgebloeide bloemen eruit haalt zelfs tot ver in het najaar!
De grondsoort waarop hij te vinden is is zand, leemhoudend zand en klei. Zelfs op licht brakke grond doet hij het nog prima.
Heelblaadjes is een rijke voedselbron voor tal van nectar- en stuifmeeletende insecten, waaronder zeker 12 soorten wilde bijen, hommels en zweefvliegen. Er zijn ook veel soorten insecten die leven in het blad. Het is dus ook een erg goede waardplant, waar o.a. het Purperuiltje, de Moeras-w-uil, een aantal bladmineerders, de Alantpalpmot en de Heelblaadjesboorvlieg gebruik van maken.
Als je de naam bekijkt dan zou je denken dat het een uitstekende geneeskrachtige plant was, maar dat valt wat tegen. Pulicaria zou wijzen op gebruik tegen vlooien; daar vind je weinig over, anders dan dat het verbrand wordt tegen vlooien. Dysenterica dat het zou helpen bij dysenterie; daar werd het wel bij toegepast, maar de werking is discutabel. Kwaad kan het niet zo te lezen, maar een wondermiddel is het niet.
Tekst en foto’s: Martin Stevens, Wolverlei