Meerjarige groenten

Er zijn veel eetbare meerjarige groenten, die leuk zijn om in de sier-, moes- of voedselbostuin toe te passen. Met sommige van deze planten is het wel oppassen geblazen: ‘bezint eer je begint’. Ik heb altijd aardperen in overvloed, en tegen het zevenblad kan ik ook niet aan eten. Andere meerjarige groenten zijn wat meer bescheiden en nemen niet meteen heel je tuin over; de brave hendrik is me bijvoorbeeld iets te braaf en de eeuwige moes zal zich ook ooit uitzaaien. In dit artikel neem ik je mee in een tuin vol brave broeders en vrijpostige vrienden.

FRANSE UIENSOEP-BOOM (Toona sinensis): Het blad van deze boom smaakt werkelijk naar uiensoep. Je kunt het blad stomen of koken. Ik eet het als gestoomd als groente, in de soep of rauw in kleine stukjes door de salade. Het kan een flinke boom worden, maar van mij mag hij nog wel wat harder groeien: Heerlijk!

AARDPEER: Het twee-en-halve meter hoge woekerende zusje van de zonnebloem, staat altijd prachtig te bloeien in het vroege najaar. Haar wortelknollen kun je in het late najaar en de winter oogsten. Als de vorst over de plant gaat, worden de aardperen zoeter. Je kunt de knollen koken, bakken of rauw als groente eten. Aardperen smaken nootachtig en aards.

HOP: Ze is natuurlijk bekend van het bier, maar veel mensen weten niet dat de jonge scheutjes ook erg lekker zijn! En als je hop in de tuin hebt, heb je die meestal in overvloed. Je kunt zowel de witte (ondergrondse) als de groene (boven de grond) jonge scheuten eten. Blancheer ze kort. De smaak lijkt een beetje op die van de asperge.

Brandnetel, Zevenblad, Hondsdraf, Look-zonder-Look, Weegbree: Wilde eetbare planten werden vroeger veel in ‘the hungry gap’ gegeten. Als de wintervoorraad op begon te raken en het moestuin-seizoen nog niet was begonnen, was er al wel het jonge blad van deze wilde planten. Het is ook een mooie manier om met vrijpostig verspreidende wilde planten om te gaan. ‘If you can’t beat it, eat it’. Zevenblad heeft iets weg van selderij, brandnetel van spinazie, hondsdraf iets van rozemarijn, look-zonder-look iets van ui en weegbree kan prima in een salade.

BRAVE HENDRIK: Deze vaste plant kun je eten als spinazie. Je moet wel even geduld hebben. De plant kiemt moeilijk en heeft een paar jaar nodig om zich goed te wortelen en groter te worden. Maar als hij aangeslagen is, komt hij ook elk voorjaar braaf boven de grond.

EEUWIGE MOES: Eeuwige moes is een winterharde en wintergroene koolsoort, die je kunt vermeerderen door te stekken. De bladeren kun je goed gebruiken in een stamppot. Het is een makkelijke plant, die zich nooit zal uitzaaien. De plant schiet zelden in bloei en wordt vermeerderd door te stekken.

KLEINE PIMPERNEL: Ik ken geen andere plant die zo smaakt: Is het nootachtig, komkommerachtig, mango-achtig met een bittertje? De jonge blaadjes smaken lekker in een salade of stamppot. Later in het seizoen worden de bladeren bitter en is het niet zo lekker meer. Ze kan zich aardig uitzaaien, maar door mijn menselijke begrazing houd ik haar prima in toom.

CROSNE: Deze lage vaste plant heeft kleine wortelknolletjes die lekker knapperig zijn. Je kunt ze wokken, kort koken of rauw eten. De kleine knolletjes zijn moeilijk schoon te maken, maar schoon borstelen lukt aardig. Ook deze wortel smaakt wat nootachtig en doet wel een beetje denken aan de smaak van aardpeer. Crosne heeft de neiging om door de tuin te wandelen en, als ze het naar haar zin heeft, kan ze er op los woekeren.


Sifra Timmermans (Tuinrecept)
Tekst en tekeningen