De keuze van de kweker

Lunaria rediviva. Foto: Ruurd van Donkelaar

Lunaria rediviva. Foto: Ruurd van Donkelaar

Lunaria rediviva

Elke keer zetten we het in de agenda en steeds kwam het niet uit. Maar op de één-na-laatste opengestelde dag hebben we de tuinen van Piet Oudolf bezocht. Naast de duizend foto’s die Ruurd altijd maakt tijdens een bezoek, aan welke tuin dan ook, is er één beeld blijven hangen. Het beeld van een zee van zilveren zaaddozen onder enkele Clerodendron struikjes. Een groep wilde judaspenning stond daar te stralen in de lage zon. En dat zonder begeleiding van siergrassen eromheen, wat mooi!

Wilde judaspenning…. Rare naam eigenlijk, ik ken weinig wilde planten die zo netjes groeien. Volgens de digitale Floron verspreidingsatlas is het een adventieve, niet-ingeburgerde soort. Die graag op beschaduwde plaatsen in vochtige, voedselrijke en vaak kalkhoudende grond groeit. Wilde judaspenning voelt zich dus erg thuis in het Eifelgebergte, is inheems in Duitsland en richting Midden-Europa. Onze oosterburen hebben er ook een veel mooiere naam voor bedacht; zij spreken van de heimische Mondviole, de inheemse maanviool. Vanwege de wetenschappelijke naam Lunaria natuurlijk, waar het woord ‘luna’ in zit.

De plant loopt prachtig uit in het vroege voorjaar. Vouwt keurig zijn hartvormige bladeren uit en vormt een nette pol. Ook de zaailingen zie je dan verschijnen, niet overal, maar bescheiden rond de ouderplant. Leuk, dan heb je straks veel meer planten!

De lichtpaarse bloemtuilen verschijnen in april tot groot plezier van allerlei vliegende insecten. Van het Oranjetip-vlindertje tot de ijverige hommelmoeders toe. Na de bloei verschijnen al snel de groene zaaddozen. De plant blijft tot diep in de herfst stevig staan met groen blad en de inmiddels zilveren zaaddozen. Een duurzame, langlevende plant (hoe lang leven planten eigenlijk?) in tegenstelling tot het zwervende, eenjarige broertje, de tuinjudaspenning (Lunaria annua).

Lunaria rediviva in de tuin van Piet Oudolf. Foto: Ruurd van Donkelaar

Lunaria rediviva in de tuin van Piet Oudolf. Foto: Ruurd van Donkelaar

De Wilde judaspenning staat bij ons in een ruig stuk tuin met donkere ooievaarsbek en daslook onder de krentenboompjes. Het zevenblad dat als een soort stabiele populatie alleen in dat stuk tuin groeit, deert hem niet. In beplantingsplannen gebruiken we hem graag als solitaire plant. Omringd door vullende planten als donkere ooievaarsbek, weefplanten (akeleien of fluitenkruid) en een paar handen vol dichtersnarcissen. Maar ook als vlakbeplanting, zoals bij Piet Oudolf, is hij eigenlijk prachtig. Goed dat we dat op de valreep nog gezien hebben.

Deyke van Donkelaar
Van Donkelaar Groenadvies en Tuinderij De Bostulp